Periode 4 les 6 aseptisch

Productzorg 
Les 6 
Aseptisch 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProductzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Productzorg 
Les 6 
Aseptisch 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les? 
  • Terugblik vorige les 
  • Verder met aseptisch 
  • Leren voor toets volgende week 
  • Quizziz  
  • Examen; wat wil je nog weten? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn micro organismen?
A
Beestjes, vuil en virussen
B
Bacteriën, schimmels en virussen
C
Alles wat niet thuishoort in je oog
D
Bacteriën, haren, huidschilfers

Slide 3 - Quizvraag

Waar staat de afkorting LAF voor?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een ander woord voor contaminatie?
A
Besmetting
B
Mens op mens
C
Voorkomen viezigheid
D
Mens op dier

Slide 5 - Quizvraag

Boven welke temperatuur overleven waterbacteriën niet?
A
37 graden
B
50 graden
C
65 graden
D
70 graden

Slide 6 - Quizvraag

Rekenen capsules 
  • Volume berekenen 
  • Hoeveelheid uitrekenen mg; 
  • Voorbeeld; 
R/ Dexametason 1 mg  
Hoeveel heb je nodig voor 30 stuks?  

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding toedieningsvormen voor het oog 
  • Oog erg kwetsbaar ​
  • Traanvocht en knipperen ogen zorgen voor natuurlijke bescherming tegen invloeden van buitenaf​
  • Hoornvlies erg gevoelig ​
  • Ontstaat snel pijn zodra het oog in aanraking komt met kleine deeltjes​
  • Toediening mag geen deeltjes bevatten ​
  • Snel bacteriële infectie in het oog ​
  • Daarom belangrijk​
  • Bereiden de grootst mogelijke zorg besteed dat het steriel is! ​

Slide 8 - Tekstslide

Oogdruppels 
  • Bij bereiden rekening houden met samenstelling traanvloeistof en verdraagbaarheid -> voorkomen irritatie ​
  • Door knipperen oogleden wordt traanvloeistof over het oog verdeeld en de rest afgevoerd via de traanbuis naar de neusholte ​
  • Traanvloeistof heeft bepaalde samenstelling -> oogdruppel moet daarop lijken ​
  • Oogdruppel mag geen irritatie veroorzaken ​
  1. Irritatie is onaangenaam ​
  2. Geeft aanleiding tot productie extra traanvocht ​
  3. Waardoor kans bestaat dat toegediende hoeveelheid medicatie wordt uitgespoeld voor dat dit werkzaam is ​






Slide 9 - Tekstslide

Wat geeft de pH aan?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

pH 
Zuurgraad​
Onder 7: zuur​
Boven 7: basisch ​
Voorbeeld​
  • pH 0: zoutzuur​
  • pH 2,8: cola ​
  • pH 5,5: huid​
  • pH 7,4: menselijk bloed ​
  • pH 8,5: zeewater​
  • pH 12: ovenreiniger ​

Slide 12 - Tekstslide

pH oogdruppels ​
  • De biologische beschikbaarheid van een geneesmiddel uit oogdruppels wordt op twee manieren door de pH beïnvloed​
  •  (= de hoeveelheid die door het lichaam kan worden opgenomen) ​
Eerste manier ​

  • pH van traanvocht is ongeveer 7,4​
  • als pH afwijkt kan dit extra traanvloed veroorzaken en daarmee wordt de verblijftijd van het geneesmiddel in het oog verkort​








Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel druppels kun je tegelijk in je oog doen?

Slide 14 - Open vraag

Buffercapiciteit oog
Tweede manier ​
  • Buffercapaciteit van de oplossing speelt een rol ​
  • Druppel moet direct de zuurgraad van het traanvocht aannemen ​
  • Daarom altijd 1 druppel tegelijk 

Slide 15 - Tekstslide

In- proces controles oogdruppels ​
  • Controleer of de stoffen zijn opgelost ​
  • Beoordeel of de oplossing homogeen is ​
  • Controleer de pH ​
  • Controleer het filter door middel van borrelpunttest ​
Eindcontrole: controleer op afwezigheid van troebelingen, neerslag of vreemde deeltjes ​

Slide 16 - Tekstslide

Borrelpunttest 
Oogdruppels worden gefiltreerd door middel van een filter​

Deze moet ook getest worden of te zien of filter goed is ​
Twee filters ​
  • Rood: 1,2 mm; borrelen onder 4 ml ​
  • Blauw: 0,2 mm; borrelen onder 2 ml ​
Ontstaan er bij lichte druk al belletjes dan is het filter lek ​
Is er na overmatige druk nog geen belletje te bespeuren dan is het filter verstopt 





Slide 17 - Tekstslide

Kwaliteitseisen oogdruppels ​
  • Steriliteit door middel van controle​: sterilisatietijd, temperatuur, borrelpunttest ​
  • Helderheid ​
  • Deeltjes en verontreinigingen ​
  • Zuurgraad ; pH ​
  • Verpakking ; doppen niet ingeklapt, goed dicht ​




Slide 18 - Tekstslide

Sterilisatiemethoden ​
Steriel werken is soms niet genoeg​
Ook nog steriliseren ​
Meerdere methodes: ​
  • Natte sterilisatie ​
  • Droge sterilisatie 

Slide 19 - Tekstslide

Natte sterilisatie​
  • Stoomsterilisatie ​
  • Met verzadigde stoom – onder ontsluiting van lucht​
  • Autoclaaf of hogedrukpan ​
  • Meestal 100 graden Celcius – oogdruppel​
  • Kan ook op 121 graden Celcius ​
  • Tijd gaat pas in als juiste temperatuur is bereikt ​
  • Meestal deze methode bij oogdruppels






Slide 20 - Tekstslide

Droge sterilisatie ​
  • Hete- luchtsterilisatie ​
  • Als product niet in aanraking mag komen met vocht ​
  • 160, 170, 180 graden Celcius 


Slide 21 - Tekstslide

Toets - socrative
Dinsdag 25 juni (herkansing 2 juli)
Hoofdstuk 7: Hulpstoffen
Hoofdstuk 8: Voor toediening gereed maken
Hoofdstuk 9: Poedermengsel, capsules en tabletten
Hoofdstuk 10: Rectale toedieningsvormen
Hoofdstuk 11: Vloeibare toedieningsvormen
Hoofdstuk 15: Gebruiksadviezen
+ alle opdrachten en presentaties 

Slide 22 - Tekstslide

Aanvulling 
  • Hoeveelheid in flesje oogdruppels met conserveermiddel; 10 ml ; maand houdbaar
  • Zonder conserveermiddel ; minims of redipac 
  • Conserveermiddel is benzalkoniumchloride (hecht aan zachte contactlenzen) 

Slide 23 - Tekstslide

Wat wil je nog een keer uitgelegd krijgen voor het examen?

Slide 24 - Woordweb

Volgende week 
Starten met toets 
Smartfilling, central filling en medicatierollen 
Herhalen 

Slide 25 - Tekstslide