Les 1 Groepsdynamiek: Kennismaken en kenmerken

• Mentorles
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1 Groepsdynamiek - Kennismaken en kenmerken

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je...

• de namen van je klasgenoten benoemen
• bewust worden van je eigen oordelen
• de ijsberg illusie herkennen
• kenmerken van jezelf benoemen en van anderen herkennen

Van hoeveel klasgenoten weet jij de naam nog?

1. 0-5 klasgenoten
2. 5-10 klasgenoten
3. 10-15 klasgenoten
4. Meer dan 15 klasgenoten

We gaan in een cirkel naast elkaar staan

Opdracht: De docent heeft een voorwerp, noemt de eigen naam en gooit het voorwerp naar een willekeurige student. De student noemt de naam van zijn/haar voorganger en de eigen naam en ga zo door totdat iedereen geweest is. Een geheugentrainer!

Er zijn veel soorten leerlingen! Wie is wat in deze afbeelding?

de encyclopedie

de snel afgeleide

de dromer

Fashion queen

De bad boy

de energiekeling

de applicatie-
king

Mr. Focus (!)

Wij mensen hebben al snel een oordeel klaar, typ het eerste wat in je op komt bij de volgende foto's:

Wat is meestal de eerste indruk van anderen over jou?

IJsberg: Leg uit dat er maar een klein gedeelte van de ijsberg te

zien is boven water. Dat is de eerste indruk die we van elkaar hebben (kleding, haar, huidskleur,

gedrag, schoenen, etc). Dit is ook het deel waarin we veel van elkaar verschillen – we zien er

allemaal anders uit en hebben andere voorkeuren voor kleding etc. Maar iemand is veel meer dan

dat.

Onder de waterlijn lijken we veel meer op elkaar. Daar zit hoe het van binnen is en wat mensen dus niet zien. 

Bijvoorbeeld:

dat je wel eens boos bent geweest, verdrietig, verliefd, een fout hebt gemaakt,

pijn hebt gehad, dromen hebt die je wilt bereiken, etc. Die kan je allemaal onder de waterlijn

zetten.

We hebben dus dingen waarin we veel gelijk hebben en dingen waarin we verschillen.

Ga naar de volgende slide..

Benoem kenmerken van boven de waterlijn

Benoem kenmerken van onder de waterlijn

Kenmerkenspel

Student begint in het midden en noemt een kenmerk op van boven of onder de waterlijn (ijsberg). Tegen de studenten benoem je: ‘als het voor jou geldt, dan sta je op en ga je op een andere stoel zitten’. Er is een stoel te weinig, de laatste staat vervolgens in het midden en noemt een kenmerk op (haarkleur, gevoelens, etc.).

Wat vond je van deze les?
Heb je Tops en Tips?