Les 55

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1.  Huiswerk nakijken
2. Uitleg les 55 
3. Oefenen
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting --> Quiz-tijd!







Slide 2 - Tekstslide

1. Huiswerk nakijken
Les 54: vraag 1 t/m 6 en 8 en 9
op blz. 112 en 113

Slide 3 - Tekstslide

2. Uitleg les 55
Vervolg op les 54 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

1. Maak de trap van van vergelijking af:
Grof - ........ - grofst

Slide 12 - Open vraag

2. Maak de trap van van vergelijking af:
Dromerig - dromeriger - ........

Slide 13 - Open vraag

3. Maak de trap van vergelijking af:
......... - creatiever - creatiefst

Slide 14 - Open vraag

4. Maak de onregelmatige trap van vergelijking af:
goed - ........... - ..............

Slide 15 - Open vraag

5. De neutrale (gewone) vorm van het bijvoeglijk naamwoord heet 'de vergrotende trap'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Wat?
Maak bij les 55 opdracht 1 t/m 7 op blz. 114 en 115.
Hoe? 
Lees nog een keer de theorie op blz. 114.
Vragen? vraag eerst je buurman of buurvrouw voor hulp/uitleg. 
Tijd?
Tot 11.15 uur.
Klaar?
Stillezen of huiswerk/leerwerk ander vak maken/leren.

Slide 17 - Tekstslide

De NIEUWE plant staat in de hoek van de kamer.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 18 - Quizvraag

Mijn zus koos het GROOTSTE stuk taart.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 19 - Quizvraag

Lola is veel BRAVER dan Lianne.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 20 - Quizvraag

Van deze leerlingen is Marvin het JONGST.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 21 - Quizvraag

Je hebt deze oefening GOED gemaakt.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 22 - Quizvraag

Ik weet op welke manieren de trappen van vergelijking worden geschreven bij een bijvoeglijk naamwoord. (R)
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll