4.3 Ondernemingsplan, financieel plan en SWOT analyse

4.3 Ondernemingsplan, financieel plan en SWOT analyse
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Ondernemingsplan, financieel plan en SWOT analyse

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Bespreken vorige les/stof
Nieuwe uitleg (4.3)
Werken aan het huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van de les weten jullie waarvoor je een ondernemingsplan maakt en welke onderdelen er in een ondernemingsplan thuishoren. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig bij de start
van een eigen bedrijf? Waar let je allemaal op bijvoorbeeld?

Slide 4 - Woordweb

Hoe start je een eigen bedrijf?
1. Je informeert bij de gemeente of je een bedrijf mag starten op de
    gekozen plaats.
    - Voor sommige bedrijven heb je de juiste diploma's nodig.
2. Je schrijft je in bij de Kamer van Koophandel (KvK)
    - Je kiest een ondernemingsvorm (rechtsvorm).
    - Dit is bepalend voor wie eigenaar is
    - Wie er verantwoordelijk is voor de onderneming
    - Welke belastingen je moet betalen.
3. Je meld je aan bij de belastingdienst.

Slide 5 - Tekstslide

Welke ondernemingsvorm kies je?
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma (vof)
Besloten vennootschap (BV)
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 6 - Tekstslide

Onderdelen ondernemingsplan:

  • Ondernemer: Wie ben ik/ Welke vaardigheden/ Wat is het doel vd onderneming
  • Regels en vergunningen??
  • Financieel plan: Hoeveel geld heb ik nodig? Hoe 
      kom ik daar aan? Hoe haal ik winst? Kosten en 
      opbrengsten
  • Marketingplan: Hoe krijg ik zo veel mogelijk klanten?

Slide 7 - Tekstslide

Financieel plan

  • I investeringsbegroting

      wat heb je nodig?/ "boodschappenlijstje"

  • II resultatenbegroting

      wat ga je verdienen?

  • III financieringsplan

      waar betaal je alles van? (hoe "financieer" je alles?)

Slide 8 - Tekstslide

I: Investeringsbegroting

Overzicht van de verwachte uitgaven (voor investeringen)

om een bedrijf te kunnen starten.

Bijvoorbeeld:

gebouw

* transportmiddelen

* inventaris

* voorraad goederen

* banksaldo
* kassaldo 

Slide 9 - Tekstslide

II: Resultatenbegroting
Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.
(Zie les "4.2" in LessonUp)

Slide 10 - Tekstslide

Resultatenbegroting:


Omzet

Inkoopwaarde

------------------  --

Brutowinst

Bedrijfskosten

------------------  --

Nettowinst

* Omzet = afzet x verkoopprijs

* Afzet = aantal stuks

* Omzet = verkoopopbrengst

* Voorbeelden van bedrijfskosten: Loon, afschrijving, huur, vervoer, reclamekosten, verzekering  etc.

* Negatieve nettowinst noemen we een nettoverlies.

Slide 11 - Tekstslide

III: Financieringsplan
Het plan dat uitlegt hoe de onderneming aan zijn geld komt om te kunnen starten.

Slide 12 - Tekstslide


Financieringsplan:


Eigen vermogen

Vreemd vermogen

* lening bank

* lening ouders

---------------------  +

Totale financieringsbehoefte

Slide 13 - Tekstslide

Ondernemingsplan (blz. 56)
Ondernemingsplan: hierin beschrijft een startend ondernemer in detail wat zijn/haar ideeën en plannen zijn. 
Het bestaat uit de verschillende hoofdstukken:
  • Over de ondernemer(s)
  • Marketingplan
  • Financieel plan

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Je zoekt op je laptop wat de marketingmix inhoudt en waaruit die bestaat.
Per P, schrijf je de betekenis op en geef je MINIMAAL 1 voorbeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Marketingplan
In het marketingplan staat hoe een winkel/bedrijf zijn producten en diensten onder de aandacht wil brengen van potentiële klanten en hoe je als winkel/bedrijf op de markt inspeelt om je doel te bereiken.

Dat doel kan voor elke winkel/bedrijf anders zijn. 

De één wil zoveel mogelijk winst, de ander wil zo milieuvriendelijk mogelijk produceren etc.

Slide 16 - Tekstslide

Marketingmix
Binnen een marketingplan zijn de vier p's beschreven: Product, Prijs, Plaats en Promotie.
Hoe deze vier instrumenten worden ingezet en gecombineerd om de marketingstrategie vorm te geven, wordt de marketingmix genoemd. 

Slide 17 - Tekstslide

Marketingmix
Product: Gaat zowel om materiële als immateriële eigenschappen van het product. 
Prijs: Het vaststellen van een verkoopprijs.
Plaats: Waar kunnen klanten het product kopen. En via welke distributiekanalen het product op deze plaats terechtkomt. 
Promotie: Alle factoren die van invloed zijn op de communicatie en het bereiken van de doelgroep.

Slide 18 - Tekstslide

De Marketingmix

Bedrijven proberen hun product zoveel mogelijk te verkopen. Zij doen dit door de marketingmix toe te passen. 
De marketingmix bestaat uit de 4 P's.

Doel: doelgroep bepalen

Slide 19 - Tekstslide

Marketingmix


Slide 20 - Tekstslide

4 P's (marketingmix)
  • Productbeleid
  • Prijsbeleid
  • Plaats- of distributiebeleid
  • Promotiebeleid
De 4 marketinginstrumenten horen goed op elkaar afgestemd te zijn en moeten goed aansluiten bij de doelgroep.
  • Doelgroep: een groep potentiele klanten waar een bedrijf zich op richt.


Slide 21 - Tekstslide

Productbeleid
Denk aan:
  • Productdifferentiatie: het onderscheiden van jouw product door het uiterlijk, de kwaliteit en de verpakking van de producten
  • Productinnovatie: het vernieuwen van je product in verband met bijvoorbeeld snelle veroudering van sommige goederen (zoals mobiele telefoons enz.)
  • Merknaam: A-merken, B-merken enz.
  • Service & garantie

Slide 22 - Tekstslide

Prijsbeleid gaat over hoe een bedrijf bepaalt hoeveel geld het vraagt voor de producten of diensten.

Het bedrijf maakt keuzes over:
  • de hoogte van de prijs
  • verschillende prijzen voor
     verschillende doelgroepen
  • verschillende prijzen op verschillende
     momenten (aanbiedingen).


Prijsbeleid

Slide 23 - Tekstslide

Plaats- of distributiebeleid


  • Waar en hoe kun je je producten het beste aanbieden. Houd rekening met bereikbaarheid, parkeermogelijkheden en bestemmingsplannen. 
  • E-commerce: het kopen en verkopen van producten via het internet.

Directe distributie: een fabrikant verkoopt het product zelf aan de consument (zonder tussenschakels)
Indirecte distributie: Een fabrikant verkoopt zijn product aan een winkelier en de winkelier verkoopt het door aan de consument (met tussenschakels)

Slide 24 - Tekstslide

Promotiebeleid


Het trekken van klanten, door informatie over je product of bedrijf te geven. Dit kan door middel van reclame te maken.

Denk aan:
Advertenties, commercials, sponsoring of verkoopacties

Wel moet je je houden aan de Nederlandse Reclame Code -> een veelheid van regels waar reclame aan moet voldoen.

Slide 25 - Tekstslide

Soorten promotie
Massamedia
Direct marketing
Online marketing

Slide 26 - Tekstslide

SWOT-anlyse:

  • Strenghts- weaknesses- opportunities-threats =
  1.  Sterktes en zwaktes van eigen bedrijf (INTERN)
  2.  Kansen en bedreigingen in de markt (EXTERN)  

Bij 1 denk je aan: imago - financiele situatie - kwaliteit - vaardigheden personeel
Bij 2 denk je aan: concurrenten (in de buurt) - klanten/ afnemers - distributie - regels/ wetten

Slide 27 - Tekstslide

SWOT-analyse 

Slide 28 - Tekstslide

De SWOT Analyse

Slide 29 - Tekstslide

SWOT-analyse 
Wat zou de SWOT-analyse voor Nike kunnen zijn?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Opdrachten maken
Opdracht 4.18 

Slide 32 - Tekstslide