7.1 - Soorten H4

Hoofdstuk 7 - Soorten en relaties
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 - Soorten en relaties

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 7 - Soorten en relaties
7.1 - Soorten
7.2 - Populaties
7.3 - Samen leven
7.4 - Relaties
7.5 - Voedselketens

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kan uitleggen welke twee soorten factoren invloed hebben op organismen
Je kan van beide soorten factoren meerdere voorbeelden noemen en herkennen
Je weet wat wordt bedoeld met tolerantie(grenzen/gebied)
Je begrijpt hoe wetenschappelijke namen zijn opgebouwd
Je kent de volgorde van ordening

Slide 3 - Tekstslide

Zelf doen
Je maakt een powerpoint waarin je de paragraaf uitlegt
Verdeel deze onder per sectie:
- Invloeden op organismen
- Naamgeving
- Ordening

Slide 4 - Tekstslide

Zelf doen
Je maakt een powerpoint waarin je de paragraaf uitlegt
Verdeel deze onder per sectie
Volgende les willekeurig gekozen wie elke sectie uitlegt
- 3x goed voorbereid en uitgelegd -> weg uit de lijst
- 1x niet of onvoldoende voorbereid -> naam nog eens in de lijst

Maak opdrachten om de lesstof beter te begrijpen.

Slide 5 - Tekstslide

(a)biotische factoren

Slide 6 - Tekstslide

Tolerantie
Tolerantiegebied
Tolerantiegrenzen

Slide 7 - Tekstslide

Naamgeving
Wetenschappelijke naamgeving: eerst geslachtsnaam (met hoofdletter), daarna soortaanduiding (met kleine letter)

Slide 8 - Tekstslide

Ordening

Slide 9 - Tekstslide

Ordening
Rijk (bijv. dieren)
Afdeling (bijv. gewervelden)
Klasse (bijv. zoogdieren)
Orde (bijv. roofdieren)
Familie (bijv. hondachtigen)
Geslacht (bijv. wolven [Canis])
Soort (bijv. grijze wolf [Canis lupus])

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk
10 min voor einde les: oude examenvragen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een abiotische factor?
A
Lucht
B
Concurrentie
C
Voedsel
D
Ziekteverwekkers

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen biotische factor
A
aantal rijpe bananen in het woud
B
aantal gorilla's in het woud
C
aantal chimpansees in het woud
D
de hoeveelheid regen in het woud.

Slide 16 - Quizvraag

De ijsbeer (Ursus maritimus) en bruine beer (Ursus arctos) behoren tot dezelfde soort
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

In een tropische zee leven drie krabbensoorten A, B en C. Voor krab A liggen de tolerantiegrenzen bij 18 en 40°C , voor krab B bij 22 en 41°C en voor krab C bij 20 en 34°C. In een gedeelte van een tropische zee schommelt de temperatuur tussen de 20 en 36°C.
Welke krab(ben) kan (kunnen) daar voorkomen wanneer alle overige milieufactoren gunstig zijn?
A
A
B
B
C
C

Slide 18 - Quizvraag

Het tweede deel van de wetenschappelijke naam is de soortnaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Welke van de volgende wetenschappelijke namen is goed geschreven?
A
Agaricus bisporus
B
monstera deliciosa
C
Amoeba Proteus
D
escherichia Coli

Slide 20 - Quizvraag

De wetenschappelijke naam voor een soort bestaat uit een
A
familienaam en soortaanduidling
B
domeinnaam en geslachtsnaam
C
soortaanduiding en populatienaam
D
geslachtsnaam en soortaanduiding

Slide 21 - Quizvraag