IN les 12: Browsers, bestanden en bytes

IN: 12 Browsers, bestanden en bytes
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatiekundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

IN: 12 Browsers, bestanden en bytes

Slide 1 - Tekstslide

Wat zie je ?
A
Pagina's
B
Zoekmachines
C
Browsers
D
Bestanden

Slide 2 - Quizvraag

Een internetbrowser
Als je op het internet wilt, open je een browser.
Er zijn verschillende mogelijkheden zoals:
- Google Chrome            
- Mozilla Firefox 
- Microsoft Edge            > op school, gekoppeld aan je account!
- Safari                                 (Mac computers & iphones)

Slide 3 - Tekstslide

De adresbalk

In de volgende slide vind je een filmpje over de adresbalk.

Zorg dat je geluid aanstaat.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

URL
Een url is een uniek internet adres en bestaat uit 3 delen.

WWW.SMARTSCHOOL.BE

www = word wide web (wereldwijde web)
smartschool = eigennaam
.be = landcode of  exstentie (doel)

Slide 6 - Tekstslide

Welke URL is juist?
A
zalando.be
B
www.zalando.be
C
www.zalando
D
zalando

Slide 7 - Quizvraag

Hyperlink maken
In een tekst kun je van een woord een hyperlink maken: als je op het woord klikt, ga je automatisch naar een website. 

Je kunt een woord selecteren, op Ctrl + K drukken en dan de website intoetsen. Je kan het ook doen door op het kettingsymbool te klikken in bijvoorbeeld Peppels. 

Slide 8 - Tekstslide

Navigatieknoppen
De navigatieknoppen vind je bovenaan, links van de adresbalk.
Deze kun je gebruiken om je door de pagina's te sturen.

Op de volgende slide zie je de voorbeelden:

Slide 9 - Tekstslide

Navigatieknoppen
Vorige/volgende pagina
pagina opnieuw laden (vernieuwen) of F5
Naar de startpagina
  • Een pagina vernieuwen: kan je gebruiken als je pagina niet wilt laden. Of als er wijzigingen zijn om deze opnieuw te laden.
  • Naar de startpagina: als je het internet opent via een browser kom je uit op een bepaalde pagina. Dit is jouw startpagina. Deze kun je aanpassen.

Slide 10 - Tekstslide

Navigatieknoppen
  • Vernieuwen = dezelfde pagina opnieuw laden.
  • Startpagina (icoon is niet bij iedereen te zien) deze pagina is de eerste pagina die je ziet als je een internetbrowser opent.

Slide 11 - Tekstslide

favorieten
Vaak aangeduid met een sterretje.


Kijk volgend filmpje om te weten te komen hoe je een pagina/website tot jouw favorieten maakt.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welk deel is aangeduid?
A
Zoekbalk
B
Favorieten
C
Navigatieknoppen
D
Adresbalk

Slide 14 - Quizvraag

Welk deel is aangeduid?
A
Zoekbalk
B
Favorieten
C
Navigatieknoppen
D
Adresbalk

Slide 15 - Quizvraag

Welk deel is aangeduid?
A
Zoekbalk
B
Navigatieknoppen
C
Favorieten
D
Adresbalk

Slide 16 - Quizvraag

Nu is het aan jou
Maak, als je dat nog niet hebt gedaan in een eerdere les,  zelf een favoriete pagina aan. Dit kan een nuttige schoolsite zijn (RML website, Magister, Peppels, Quizlet) of een leuke website die je vaak gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Zoekgeschiedenis

Je internetbrowser onthoudt welke websites je allemaal hebt bezocht. 
Deze kan je terug vinden bij instellingen               geschiedenis.
Of
De toetsen ctrl + H indrukken.

Nu zie je per dag per, uur welke website je hebt bezocht. 
Soms is dit gemakkelijk als je een goede/leuke website hebt gevonden maar niet meer weet hoe deze heet.

! DUS LET OP: alles wat je doet op het internet wordt bewaard !

Slide 18 - Tekstslide

Probeer het nu zelf

OF
ctrl + H

Slide 19 - Tekstslide

Is het gelukt?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Besturingssystemen & toepassingsprogramma's
Dit zijn 2 voorbeelden van software:

  • Besturingssystemen = Het hoofdprogramma
      dat zorgt dat een computer of laptop werkt.
    Bijvoorbeeld: Windows 10
  • Toepassingsprogramma's = Dit zijn programma's waarmee
    ik taken kan uitvoeren.
    Bijvoorbeeld: Word        (tekstverwerking)
Software zijn items op je computer die je niet kan vastpakken, zoals programma's
Hardware zijn items die  je kan vastpakken zoals het toetsenbord of de muis. 

Slide 21 - Tekstslide

OPDRACHT:
In de volgende slide moet je de logo's naar het juiste vak slepen.

Is het logo een toepassingsprogramma
of een besturingssysteem.

Slide 22 - Tekstslide

Windows 7
Excel (rekenblad)
MacOS
Spotify
Linux
Virusscanner
Google Chrome
Toepassingprogramma's
Besturingsystemen

Slide 23 - Sleepvraag

Besturingssystemen
  • Windows 10 = laaste versie van het besturingsysteem voor windows computers
  • MacOS = besturingsysteem voor Apple
  • Linux = gratis besturingssysteem
Toepassingsprogramma's
  • Excel = rekenblad, waarin je formules kan gebruiken.
  • AVG = virusscanner om je pc te beveiligen.
  • Spotify = programma om muziek te beluisteren en afspeellijsten te maken. (gratis & betalend)
  • Google Chrome = een internetbrowser.

Slide 24 - Tekstslide

Dataformaten 
Dataformaten ofwel bestandsextensie is het formaat waarin je bestand opslaat. 
Bijvoorbeeld: een foto wordt opgeslagen als .jpg 
en een document als .docx
Je vindt de bestandsextensie achter de '.'

Slide 25 - Tekstslide

Welk dataformaat heeft het Word-document?
A
.jpg
B
.xlsx
C
.pptx
D
.docx

Slide 26 - Quizvraag

Welk dataformaat heeft de Powerpoint-presentatie
A
.jpg
B
.xlsx
C
.pptx
D
.docx

Slide 27 - Quizvraag

Welk dataformaat heeft de afbeelding?
A
.jpg
B
.xlsx
C
.pptx
D
.docx

Slide 28 - Quizvraag

Welk dataformaat heeft het Excel-bestand?
A
.jpg
B
.xlsx
C
.pptx
D
.docx

Slide 29 - Quizvraag

Welk dataformaat heeft een muziekbestand?
A
.mp1
B
.mp2
C
.mp3
D
.mp4

Slide 30 - Quizvraag

Welk dataformaat heeft een videobestand?
A
.mp1
B
.mp2
C
.mp3
D
.mp4

Slide 31 - Quizvraag

Andere dataformaten
Bestand
Afbeelding
Extensie
portable document format (PDF)
.pdf
muziekbestand
.mp3
videobestand
.mp4

Slide 32 - Tekstslide

Zoeken naar bestanden
Als je een bestand hebt opgeslagen en je weet niet meer waar, kun je deze zoeken op je computer (daarom is het zo belangrijk je bestanden een herkenbare naam te geven!).
Meestal zie je in de balk onderaan je scherm, of in het venster van de verkenner (met alle bestanden) een
vergrootglas waar je je zoekterm (de naam
van het bestand of programma) kunt invullen.


Slide 33 - Tekstslide

Gebruik het zoekicoontje (vergrootglas, naast het Windows logo linksonder) van je computer om het Word document te zoeken dat je bij les 9 hebt gemaakt. Als je je OneDrive hebt gekoppeld aan je computer (via verkenner!) zoekt hij daar automatisch ook. Is je OneDrive nog niet gekoppeld, gebruik dan de zoekbalk bovenin de OneDrive. Plaats hier een foto van je zoekresultaat.

Slide 34 - Open vraag

Eenheden
Een bestand heeft niet enkel een dataformaat maar ook een eenheid. Deze toont aan hoe groot een bestand is.

Bijvoorbeeld: mijn Word-bestand is 75kB
kB = kilobyte

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveel kB was je Word bestand van les 9? (rechtermuisklik en dan 'Eigenschappen')

Slide 36 - Open vraag

Geheugen
Om een bestand op te slaan moeten we daarvoor ruimte hebben in het geheugen.

Een computergeheugen onthoud alles met bits en bytes.

Slide 37 - Tekstslide

Bit & Byte
Computertaal bestaat uit de cijfers  '0' en '1', dit noemen we dan 1 bit.
DUS       bit = 1 of 0 (niet beide, het kan slechts 1 teken zijn)

Een byte bestaat uit 8 tekens: een combinatie van 0 en 1.
bijvoobeeld de letter a in computertaal =  01100001

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf in de volgende slide het woord "bal" zoals je computergeheugen het zou doen.

Slide 39 - Tekstslide

Schrijf het woord "BAL" zoals je geheugen het zou doen.
Type het woord 
bal
Help!
Het woord bal bestaat uit 3 bytes. (1 byte bestaat uit 8 bits)

Slide 40 - Open vraag

Eenhedentabel
In de tabel zie je de verschillende eenheden op volgorde.
 
Met enkele voorbeelden.

Slide 41 - Tekstslide

Eenheden
De eenheden kan je vaak aflezen.
Bijvoorbeeld op een USB-stick staat 128 GB. Dit is de totale opslag capaciteit. Er kan maximum 128 GB
opgeslagen worden.

Slide 42 - Tekstslide

Hoe groot is de opslagcapaciteit van je computer? (bij verkenner op 'Deze pc' klikken')

Slide 43 - Open vraag

Klaar?
  • Peppels terugblik tot nu
    Ga naar je peppels agenda. Hoe sta je ervoor met je huiswerk maken, en ook afvinken in peppels? 
    Belangrijk om dit bij te houden. Ga dit nu bekijken.

Slide 44 - Tekstslide

Klaar?
  • Peppels vooruitblik
  • Kijk eens door naar de volgende weken in peppels, tot aan de toetsweek. Staan de toetsen er al in? Staat het leerstof erbij?

Slide 45 - Tekstslide