4C: een onsterfelijke kop

Deze les
nabespreken stencil 4B
lessonup over r. 1-8 4C en over cultuur Herakles
zelf werken: tekst 4C afmaken + taaloefeningen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les
nabespreken stencil 4B
lessonup over r. 1-8 4C en over cultuur Herakles
zelf werken: tekst 4C afmaken + taaloefeningen

Slide 1 - Tekstslide

Een onsterfelijke kop

1  Ὁ μὲν Ἡρακλῆς τὰς δύο νέας κεφαλὰς ἀποκόπτει,

   ὁ δ’ Ἰόλαος τὴν ἀποτομὴν ἐκκαίει.

   Τί τοῦτο ποιεῖ ὁ Ἰόλαος;

   Οὕτως ἄλλη κεφαλὴ οὐ βλαστάνει.


Slide 2 - Tekstslide

1. Herakles slaat wel ...
opnieuw twee koppen eraf
de twee nieuwe koppen eraf
twee nieuwe koppen eraf

Slide 3 - Sleepvraag

2.               Jolaos brandt de wond dicht.
en
maar
dan

Slide 4 - Sleepvraag

3.               doet Jolaos dit?
Wat
Waarom
Hoe

Slide 5 - Sleepvraag

4. Zo kan                                 groeien.
er geen nieuwe kop
de nieuwe kop niet
de hydra geen nieuwe kop

Slide 6 - Sleepvraag


5 Ἔπειτα ὁ Ἡρακλῆς τὰς λοιπὰς θνητὰς κεφαλὰς ἀποκόπτει,

    ὁ δ’ Ἰόλαος ἑκάστην ἀποτομὴν ἐκκαίει.

   Τέλος δὲ μία κεφαλή ἐστι λοιπή·

    ἀθάνατος γάρ ἐστιν.

Slide 7 - Tekstslide

5. Daarna slaat Herakles                                              eraf.
de overgebleven sterfelijke kop
over de sterfelijke koppen
de overige sterfelijke koppen

Slide 8 - Sleepvraag

6. en Jolaos brandt                                              dicht. 
alle wonden
elke wond
de sterfelijke wonden

Slide 9 - Sleepvraag

7.                                 is er één kop over.
Daarna
En dan
Tenslotte

Slide 10 - Sleepvraag

8.                               sterfelijk.
Die is immers
De kop is 
Want die was

Slide 11 - Sleepvraag

Vragen over de tekst
Dit zijn hetzelfde type vragen als ook op de toets zouden kunnen komen volgende week.

Slide 12 - Tekstslide

Benoem naamval, getal en geslacht van τας δυο νεας κεφαλας r. 1
A
nom. ev. onz.
B
acc. mv. vr.
C
acc. mv. man.
D
acc. mv. onz.

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat het antwoord op de Griekse vraag in zin 3?
A
zin 1
B
zin 5-6
C
zin 4
D
zin 8

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in zin 4?
4. Οὕτως ἄλλη κεφαλὴ οὐ βλαστάνει
A
Οὕτως
B
ἄλλη
C
κεφαλὴ
D
βλαστάνει

Slide 15 - Quizvraag

7. Τέλος δὲ μία κεφαλή ἐστι λοιπη·
Welk woord is de persoonsvorm?
A
Τέλος
B
κεφαλή
C
ἐστι
D
λοιπη

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het naamwoordelijk deel van het gezegde in zin 8?
A
ἀθανατος
B
γαρ
C
ἐστιν

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kan je zien dat ἀθανατος het naamwoordelijk deel van het gezegde is in zin 8?

Slide 18 - Open vraag

Vragen over de verhalen van Herakles
Ook dit soort vragen kan je op de toets krijgen.
Je kan alle informatie vinden verspreid over je aantekeningen, de nederlandse tekstpagina's in het boek en de andere Griekse teksten die we vertaald hebben.

Slide 19 - Tekstslide

Herakles komt uit ...
A
Athene
B
Kreta
C
Mykene
D
Thebe

Slide 20 - Quizvraag

Hoe herken je Herakles op een afbeelding?
A
Knots en leeuwenhuid
B
Adelaar
C
Speer en schild
D
Minotaurus in de buurt

Slide 21 - Quizvraag

Wat was de eerste opdracht van Herakles?
A
Doden van de slangen bij zijn geboorte
B
Doden van het Erymantische zwijn
C
Het doden van de Hydra van Lerna
D
Het doden van de leeuw van Nemea

Slide 22 - Quizvraag

Hoe doodde Herakles de leeuw?
A
Hij schoot de leeuw met gifpijlen
B
Hij wurgde de leeuw
C
Hij sneed de leeuw met een steen
D
Hij vroeg hulp aan zijn vriend

Slide 23 - Quizvraag

Hoe maakte Herakles de Stallen schoon?
A
Schoonmaakmiddel
B
Een rivier
C
De Lucht
D
Een plant

Slide 24 - Quizvraag

Herakles was de zoon van Zeus en ...
A
Alkmene
B
Hera
C
Latona
D
Pallas Athena

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet de helper van Herakles?
A
Φίλος
B
Εὐρυσθεὺς
C
Ἰόλαος
D
Καρκίνος

Slide 26 - Quizvraag

Van wie kreeg Herakles zijn taken?
A
Apollo
B
Eurystheus
C
Zeus
D
Artemis

Slide 27 - Quizvraag

Wat was de slang van Lerna níet?
A
μέγας
B
δεινός
C
φοβερός
D
φιλος

Slide 28 - Quizvraag

Zelf werken
Vertaal nu nog de rest van de tekst. 
Klaar? Maak de taaloefeningen bij les 4C
(hulpboek p. 39-40)

Slide 29 - Tekstslide

 
     Ὁ δ’ Ἡρακλῆς τὴν λοιπὴν κεφαλὴν ἀποκόπτει

10 καὶ αὐτίκα κατορύττει·

     ὑπὸ γὰρ πέτραν μεγάλην κρύπτει τὴν κεφαλὴν τὴν δεινήν.

     Τὴν δ’ ὕδραν αὐτὴν ἀνατέμνει

     καὶ εἰς τὴν χολὴν τοὺς οἰστοὺς βάπτει!

Slide 30 - Tekstslide

Herakles begraaft de onsterfelijke kop van de slang onder een
A
πέτρα
B
οἰκος
C
δοῦλος
D
κεφαλή

Slide 31 - Quizvraag