Vendredi le 20 septembre (H2c-s38)

Bonjour tout le monde!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
  • huiswerk bespreken, sticker verdiend? ;)
  • uitleg passé composé met avoir
  • woordjes herhalen
  • lire extra **/***

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
-apprendre 8 geleerd?
-lire extra I vragen 1 tm 6 p.44/45 gemaakt?



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Le passé composé = de voltooid tegenwoordige tijd
De passé composé is de verleden tijd met 2 werkwoorden. 

Bijvoorbeeld: Ik heb gegeten.
                             J'ai mangé


Wat is de passé composé?

Slide 5 - Tekstslide

Passé composé 
J'ai dansé.

Ik heb gedanst


Hoe vorm je de passé composé?
De passé composé bestaat uit 2 onderdelen!

1. hulpwerkwoord = vorm w.w. avoir
2. voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

Passé composé
J' (ik)
ai
dansé
Tu (jij)
as
dansé
Il/elle/on (hij/zij/wij)
a
dansé
nous (wij)
avons
dansé
Vous (jullie/u)
avez
dansé
Ils/elles (zij)
ont
dansé
Ik heb gedanst.
Verleden tijd: passé composé 

Slide 7 - Tekstslide

Exemple : Présent / Passé composé
Le présent
Le passé composé
je parle
j'ai parlé
tu parles
tu as parlé
il/elle/on parle
il/elle/on a parlé
nous parlons
nous avons parlé
vous parlez
vous avez parlé
ils/elles parlent
ils/elles ont parlé

Slide 8 - Tekstslide

Passé composé met avoir: onregelmatige werkwoorden
De passé composé van de werkwoorden avoir, être, faire en prendre is onregelmatig. 








C'est = het is
Hele werkwoord
Passé composé
Vertaling
avoir
j'ai eu
Ik heb gehad
être
j'ai été
Ik ben geweest
faire
j'ai fait
Ik heb gedaan / gemaakt
prendre
j'ai pris
Ik heb genomen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik kijk)
B
De verleden tijd (ik keek)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gekeken)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gekeken)

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vorm je de passé composé?
A
stam+e,es,e,ons,ez,ent
B
hele ww + é
C
avoir/être + volt.dw op er
D
vorm avoir/être + volt.dw op é

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de Passé Composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 12 - Quizvraag

elle (chanter = zingen, passé composé)

passé composé
A
as chanté
B
chantait
C
a chanté
D
a chantée

Slide 13 - Quizvraag

Tu (manger = eten, passé composé)

passé composé
A
as mangé
B
a mangé
C
est mangé
D
es mangé

Slide 14 - Quizvraag

Woordjes herhalen unité 1

Slide 15 - Tekstslide

Maintenant
- lire extra II maken vragen 1 ™ 5 p.45/46 (zelf nakijken)
- lire extra III maken vragen 1 ™ 5 p.46 (zelf nakijken)




Slide 16 - Tekstslide

Pour le prochain cours:
- goed voorbereiden voor je leestoets (zie planner bovenaan)

Slide 17 - Tekstslide