10.2 Formules vereenvoudigen

Lesdoelen

In deze les ..


.. leer je wat termen en variabelen zijn.

.. leer je formules te vereenvoudigen.




1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen

In deze les ..


.. leer je wat termen en variabelen zijn.

.. leer je formules te vereenvoudigen.




Slide 1 - Tekstslide

Formule opstellen of maken
Onderstaand stappenplan kun je gebruiken bij een tekst, tabel, grafiek of twee gegeven punten.

Stap 1   Maak een tabel bij de grafiek. Vul hierin twee roosterpunten. (Of neem deze over)
Stap 2   Lees de beginwaarde af of bereken deze.

Stap 3  Is de grafiek een stijgende of dalende lijn?
Stap 4  Hoeveel stijgt of daalt de grafiek per horizontale stap van 1? 
          Dit noemen wij de stapgrootte of hellingsgetal.

Stap 5 Maak de formule
          Vervang de onderstaande woorden voor wat je nu weet.


Op welke punt raakt de grafiek de verticale as?
Wat wil je berekenen? = beginwaarde +/- stapgrootte x Wat weet je? 
Wat staat er bij de verticale as?
Wat staat staat er bij de onderste rij?
Wat staat er bij de horizontale as?
Wat staat staat er bij de bovenste rij?

Slide 2 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Variabele: onbekende letter/woord
Hetgeen je bij elkaar optelt/aftrekt noem je termen.

Berekening:

Herleiden:
Optelling van drie gelijke termen.
4+4+4=34=12
a+a+a=3a=3a
Vermenigvuldiging van twee factoren.

Slide 3 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a en 2b zijn allebei termen. 

Zijn ze gelijksoortig?

Slide 4 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 5 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen




Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 
Dus 4a + 2a = 6a     (denk aan 4 appels + 2 appels = 6 appels)

4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 6 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6

Slide 7 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6

Slide 8 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6
g = 1a + 2
g = a + 2

Slide 9 - Tekstslide

12.1 Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (klas 1)



                                                                                                                 





Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q+32

Slide 10 - Tekstslide

12.1 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =                 Dus q = 6,5  
   

Slide 11 - Tekstslide

12.2 Vermenigvuldigen
De volgende begrippen kom je tegen in deze paragraaf.

Kwadraat: een getal keer zichzelf. 3²=3x3
Product: een ander woord voor vermenigvuldiging.
Factoren: 6 x 2 = 12 , 6 en 2 zijn de factoren van een product.

Slide 12 - Tekstslide

12.2 Vermenigvuldigen
1) Getallen vermenigvuldigen
2) Letters op alfabetische volgorde
3) Schrijf de vermenigvuldiging zonder bewerkingstekens. 



Slide 13 - Tekstslide

12.2 Vermenigvuldigen
1) Getallen vermenigvuldigen
2) Letters op alfabetische volgorde
3) Schrijf de vermenigvuldiging zonder bewerkingstekens. 



3a2b=32ab=6ab
21a2a=212aa=1a2=a2

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Aan de slag

Maak: paragraaf 10.2 (volg je eigen leerroute) 

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!






Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting 
Hoe ging het vandaag?

Huiswerk voor donderdag is paragraaf 10.2 af!




Slide 17 - Tekstslide