Opdracht:
1. Ga in de groep zitten die door de docent wordt toegewezen.
2. Per groep krijg je 2 soorten tekstverbanden toegewezen. Overleg met je groep en verwerk in een digitale presentatie.
- Uitleg in eigen woorden over wat het tekstverband betekent.
- Één voorbeeldzin waarin dit tekstverband naar voren komt en je dus een signaalwoord gebruikt.
- Uitleg over welk verband je in jullie voorbeeldzin terugvindt.
3. De docent wijst twee personen per groep aan die gaan staan en de uitleg geven over hun tekstverband voor de rest van de klas.
LET OP: Je bent er samen verantwoordelijk voor dat iedereen van je groep de uitleg kan geven.