Combinatoriek (tellen met en zonder herhaling)

combinatoriek
Combinatoriek
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

combinatoriek
Combinatoriek

Slide 1 - Tekstslide


Linda gaat op reis en neemt drie spijkerbroeken en vijf T-shirts mee. Ze trekt elke dag een spijkerbroek en een T-shirt aan. 
Op hoeveel manieren kan Linda zich kleden?

Slide 2 - Open vraag

Wegendiagram

Slide 3 - Tekstslide


Op hoeveel manieren kun je van A naar D?

Slide 4 - Open vraag

Je kunt óf via C (de bovenkant) óf via B (de onderkant) naar D lopen. Via C kan op 6 manieren en via B op 12 manieren. Vanuit A kun je dus op 18 manieren naar D lopen. 
Je kunt niet via C én B naar D lopen!

Slide 5 - Tekstslide

Met of zonder herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De coach van een bastketballteam beschikt over een basisteam van twaalf spelers. Op hoeveel manieren kan hij een team van vijf spelers samenstellen?

Slide 9 - Open vraag

De coach kan op 
12 x 11 x 10 x 9 x 8 = 95040 manieren 
een team van vijf spelers samenstellen uit een selectie van 12 spelers. 

Voor de eerste speler kan hij kiezen uit 12 spelers, voor de tweede speler uit 11, etc. tot hij een team van vijf spelers heeft. 

Slide 10 - Tekstslide


Artikelcode met twee letters en drie cijfers. Hoeveel verschillende artikelcodes zijn mogelijk?
A
26 x 25 x 10 x 9 x 8 = 468000
B
26 x 1 x 10 x 9 x 8 = 18720
C
26 x 26 x 10 x 10 x 10 = 676000
D
1 x 1 x 10 x 9 x 8 = 720

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide


Artikelcode met twee letters en drie cijfers. Hoeveel verschillende artikelcodes zijn mogelijk wanneer elke letter en elk cijfer maar één keer gebruikt mag worden?
A
26 x 25 x 10 x 9 x 8 = 468000
B
26 x 1 x 10 x 9 x 8 = 18720
C
26 x 26 x 10 x 10 x 10 = 676000
D
1 x 1 x 10 x 9 x 8 = 720

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide


Hoeveel mogelijkheden zijn er wanneer de code begint met een A, eindigt met een 0, en er geen herhalingen zijn?
A
1 x 25 x 9 x 8 x 7 = 12600
B
1 x 25 x 10 x 9 x 8 = 18000
C
1 x 26 x 10 x 9 x 1 = 2340
D
1 x 25 x 9 x 8 x 1 = 1800

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide