Het bewegingsapparaat niveau 3

Het bewegingsapparaat

Het bewegingsapparaat

Wat is de functie van het skelet?

Functies van het skelet

• Beweging
• Steun en vorm
  
• Bescherming
  
• Opslag van mineralen en energie
  
• O.a. calcium en vet
  
• Bloedcelproductie
  
• In het rode beenmerg
  

Het skelet van een baby

Het skelet van een volwassen persoon bestaat uit 206 botten

Een baby heeft er meer, wel 350!

Hoe komt het dat we bij het skelet van een baby meer botten tellen?

Welke soorten botten zijn?

Soorten botten

• Pijpbeenderen: dunne botten. Het middengedeelte is meestal gevuld met geel beenmerg. Aan de uiteinden zitten bredere stukken, die de kop of kom van een gewricht vormen. In het uiteinde zit meestal het rode beenmerg (opperarmbeen, scheenbeen)
• Platte beenderen: deze botten zijn plat en vaak breed van vorm (schedel, heupbeenderen)
• Onregelmatige beenderen: de grootte van deze botten is in alle richtingen ongeveer gelijk (wervels)

Het skelet/spieren

Opdracht...........

De wervelkolom is opgebouwd uit verschillende gedeeltes, namelijk:

1. Halswervels, borstwervels, lendenwervels
2. Hoofdwervels, rugwervels, stuitwervels
3. Halswervels, borstwervels, lendenwervels, het heiligbeen en staartbeen
4. Halswervels, lendenwervels, het heiligbeen.

De wervelkolom

• Cervicale wervels (7)
• Thoracale wervels (12)
• Lumbale wervels (5)
• Coccygeale wervels (5 samengegroeide sacrale wervels en het staartbeen)

Welke soorten spieren zijn er?

Soorten spieren

• Dwarsgestreept spierweefsel: deze spieren kunnen niet eindeloos doorgaan en ze worden bestuurd door onze wil, bijvoorbeeld: triceps en biceps.
• Glad spierweefsel: deze spieren zijn onvermoeibaar en worden onwillekeurig genoemd, bijvoorbeeld: in organen zoals de blaas, longen, darmen etc.
• Hartspierweefsel: werkt onvermoeibaar en onwillekeurig

Aandoeningen aan de spieren en het skelet

• Hernia
• Artrose
• Osteoporose
• Trauma 
• Reuma

Opdracht pathologie

Ieder groepje kiest één onderwerp uit en maakt hier een poster van. Deze poster wordt gepresenteerd aan de groep.

Minimaal aan bod komt: begripsbepaling, oorzaken, symptomen, therapie, prognose, complicaties en aandachtspunten voor een verzorgende IG.