Je wilt graag samen met je vriend naar school fietsen. Je wilt om acht uur weg. Wat zeg je?
How about eight o'clock?
Je oom heeft de loterij gewonnen. Wat zeg je tegen hem? You're so lucky.
Wat zal je oom zeggen als hij de loterij heeft gewonnen? I'm so happy.
Je geeft een feestje. Hoe vraag je je beste vriendin of ze kan komen? Can you come?
Je beste vriendin komt naar je feestje. Dat vind je fantastisch. Wat zeg je?It's great that you can come.
Je zus gaat naar de stad. Hoe vraag je hoe ze daarheen gaat? How are you going to get there?
Je wordt gevraagd voor een feestje. Wat zeg je? Thank you for inviting me.
Je wordt uitgenodigd voor een concert. Je wilt graag mee. Wat zeg je? I'd love to go to the gig with you.
Je wordt uitgenodigd voor een optreden van Marco Borsato. Je houdt niet van Marco Borsato. Wat zeg je?
I don't like Marco Borsato.