Les 6 kracht

Operationeel inzetbaar



Les 6 Krachttraining
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Operationeel inzetbaar



Les 6 Krachttraining

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige keer
  • Uithoudingsvermogen
  • Hart
  • Hartslag
  • Trainingsmethoden

Vragen? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is juist?
A
Hoe langzamer je hartslag zakt, hoe fitter je bent
B
De gem. rusthartslag van een volwassene zit tussen de 40 en 60 per minuut
C
Een functie van het hart is het rondpompen van bloed door het lichaam
D
Bij inspanning heeft je lichaam minder zuurstof nodig

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke formule kan je je maximale hartslag berekenen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de twee soorten training voor het uithoudingsvermogen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Progressieve overload
Super compensatie
De verminderde meeropbrengst
Reversibiliteit
Specifiteit 
Blessure of rustperiode zorgt ervoor dat je zakt in trainingsniveau
Continue je lichaam een nieuwe trainingsprikkel geven
Het lichaam is voldoende hersteld en is klaar voor de volgende prikkel
Train waar je beter wil worden
Piet is net begonnen met fitness en is in korte tijd mega gegroeid

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen les 3 kracht:


  • Nut en belang van krachttraining
  • Manieren en middelen om kracht te trainen
  • Trainingsmethoden 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut en belang van krachttraining
1. Spiermassa wordt groter -> lichaam sterker

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Verhoogt de algemene gezondheid

  • minder snel botbreuken
  • meer stabiliteit
  • betere coördinatie
  • sterker maken van pezen, aanhechtingen
-> minder snel blessures

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Hogere vetverbranding 

-> grotere spiermassa = grotere energiebehoefte= meer (gezond)eten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het voor een militair belangrijk om krachttraining te doen?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Fysiek zwaar beroep (bijv. graven, marsen, tillen en dragen)
  • Veilig en goed uitvoeren van de taak
  • Inzet op elk moment van de dag, meerdere dagen achter elkaar
  • Zonder fitheid is het moeilijker een missie te laten slagen
  • Als groep zo sterk als de zwakste schakel

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren en middelen om kracht te trainen
1. Trainen met eigen lichaamsgewicht

2. Trainen met vaste fitnessapparatuur

3. Trainen met vrije gewichten

4. Trainen met alternatieve materialen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Trainen met eigen lichaamsgewicht
  • Trainen zonder materiaal/gewichten
  • Gebruik maken van eigen lichaamsgewicht
  • Gebruik maken van omgeving om te trainen 
Voordelen:
  • Het kan overal
  • Kan door iedereen gedaan worden
 Nadelen: 
  • Lastig om steeds zwaarder te trainen
  • Veelal op meer herhalingen, minder snel massa

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een krachtoefening die je doet als je traint met eigen lichaamsgewicht

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Calisthenics
Scan de eerste QR-code en bekijk het filmpje tot 1 minuut

Slide 17 - Tekstslide

Filmpjes met voorbeelden uit de reader Fysieke Vorming
Naar buiten

Op het dak ga je de shoulder press proberen zoals te zien in de buddy workout

Je maakt allebei
 10 herhalingen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Trainen met vaste (fitness)apparatuur
  • Er wordt gebruik gemaakt van apparaten
  • Beweging wordt begeleid en is gecontroleerder
Voordelen:
  • Gelijk te gebruiken, ook door beginners
  • Minder kans op blessures
  • Trainen met meer gewicht
Nadelen:
  • Hoofdzakelijk grotere spiergroepen
  • Traint minder spiercoördinatie
  • Minder variatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Trainen met vrije gewichten
  • Er wordt gebruik gemaakt van dumbells, halterstangen, gewichtschijven
  • Belangrijk: uitvoeren met de juiste techniek 
Voordelen:
  • meer spiergroepen per oefening
  • meer spiercoördinatie en variatie
  • sneller progressie 
Nadelen:
  • uitvoering is moeilijker
  • blessuregevoeliger

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Trainen met alternatieve materialen
  • Er wordt gebruik gemaakt van sandbags,                        kettlebell, weerstandbanden, TRX enz. 
  • Vaak gecombineerd met eigen lichaamsgewicht (K-UHV)
Voordelen
  • kan in verschillende omgevingen(bootcamp)
  • veel variatie
Nadelen:
  • vaak UHV dus minder massa
  • complexer in uitvoering

Slide 21 - Tekstslide

Bootcamp
Trainingsmethoden
1. Krachtuithoudingsvermogen

2. Hypertrofie

3. Maximale kracht

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachtuithoudingsvermogen
Doelen:
  • Gewenning voor spieren en gewrichten
  • Langer volhouden van het leveren van kracht


Methode:
  • 2-4x per week
  • 15-25 hh, 1-5 series
Voor wie:
  • Beginnende sporter

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypertrofie
Doelen:
  • Spieropbouw
  • Vergroten van de maximale kracht
Methode:
  • 2-4x per week
  • 6-12 hh, 1-3 series
Voor wie:
  • Beginnende tot (ver)gevorderde sporters

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maximale kracht
Doelen:
  • Vergroten maximale kracht
Methode:
  • 4-6x per week
  • 1-6 hh, 1-3 series
Voor wie:
  • vergevorderde krachtsporters
  • niet voor beginners

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invulopdracht les 3- Teams
Maak een training:

1. Op basis van de methode krachtuithoudingsvermogen
2. 4 oefeningen eigen lichaamsgewicht, 2 oefeningen vaste apparaten, 2 oefeningen losse gewichten, 2 oefeningen alternatieve materialen (kettlebell).
3. Denk na over: 
  • Hoeveel herhalingen maak je van elke oefening? 
  • Hoeveel series doe je? 
  • Welke spiergroepen train je (alleen grote spiergroepen benoemen, dus borst, rug, benen, armen, buik). 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
  • Inleveropdracht les 3: Maak je eigen training 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies