,

Unit 2 - Grammar 5

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, H3brilliant

1. Put your phone in the phone bag 
First things first:
2. Take your Stepping Stones book out
3. Put your pen on your table
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, H3brilliant

1. Put your phone in the phone bag 
First things first:
2. Take your Stepping Stones book out
3. Put your pen on your table

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

What did we do in the previous lesson?
We discussed the Past Perfect:
Assignment 27abc & 28a

When & How do we use this tense?

Slide 3 - Tekstslide

Today's planning:
Today's goal and planning: 
10' Read A Curious Incident of the Dog in the Night-time
10' Prior-knowledge
10' Exercises grammar
10' Recap grammar
10' Toets bespreken

Goal: I know when and how to use the prepositions of time and place 

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn prepositions?
A
voegwoorden
B
voorzetsels
C
lidwoorden
D
bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 5 - Quizvraag

Prior-knowledge
What is the answer to this question?

Slide 6 - Tekstslide

Prior-knowledge
Het goede antwoord is: B: een voorzetsel

Wat is dat?
Voorzetsels zijn woorden als aan, in, op, uit en voor. Ze vormen meestal het begin van een woordgroep: aan de muur, in de kast, op donderdag, uit gewoonte, voor jou, enz

Slide 7 - Tekstslide

Prepositions

(voorzetsels)
of 
time and place 

Slide 8 - Tekstslide

Grammar time!
Goal:
At the end of this class, 
I can use prepositions of 
time and place correctly 
in a sentence.

Slide 9 - Tekstslide

Prepositions
Prepositions zijn voorzetsels. 

Wie weet wat voorzetsels zijn?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Prepositions of time
- Geeft aan wanneer iets gebeurd
'on': dagen en datums/data
I have a game on Saturday.
In: maanden, jaren, seizoenen en specifieke delen van de dag
I woke up in the afternoon.
At: tijden en feestdagen
I saw my aunt at Christmas.

Slide 12 - Tekstslide

time: use the triangle
at = specifieke tijden/feestdagen

 on = op een specifieke dag

in = heel breed, jaren, maanden, weken, etc. 
 Je kan dit ook gebruiken bij plaatsen. At = specifiek (naam, adres, plaats > on = minder specifieke straat > in = heel breed steden, gebieden, landen

Slide 13 - Tekstslide

Prepositions of place
- Geeft aan waar iets gebeurd

On: openbaar vervoer en iets ligt ergens bovenop
My phone is on the table.
In: plekken in de natuur, landen en als iets ergens in is
He took photos in the cathedral. 
At: specifeke locaties, huisnummers en (namen van) gebouwen
I am at the station.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

prepositions of time and place
Now practise!
Choose between in, at, on

Slide 16 - Tekstslide

My birthday is ____ January.
timer
0:20

Slide 17 - Open vraag

My mother has red lipstick _____ her lips.
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

I will meet them there __ 9 o'clock.
timer
0:20

Slide 19 - Open vraag

My mother is _____ the phone with my aunt.
timer
0:20

Slide 20 - Open vraag

I will go on holiday _______ three days.
timer
0:20

Slide 21 - Open vraag

What are the 3 prepositions
of time & place?

Slide 22 - Woordweb

Do the exercises
timer
10:00
Do the exercises
What?

How?
Time?
Need help?

Finished?
Result?
Make assignment 29

You may whisper.
Look at the timer.
First ask your neighbor. If you still need help, raise your hand. 
Study vocabulary & grammar / read Curious Incident ..
We will do a recap together

Slide 23 - Tekstslide

Recap
Check assignment 29

Slide 24 - Tekstslide

Goal achieved?
Goal:
Goal: I know when and how to use the prepositions of time and place

Slide 25 - Tekstslide

Next lesson:
In the next lesson, we are going to discuss grammar 6

Slide 26 - Tekstslide

Toets bespreken
Heb je vragen: noteer dit met potlood. Schrijf het duidelijk op. Aan het einde van de les mag je je toets dan bij mij inleveren en check ik of er iets aangepast moet worden (of niet)

Slide 27 - Tekstslide

Reading
We're going to read The Curious Incident
 





timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide