Les 6: Verschillen in neerslag

Par. 2: Water in beweging
neerslag
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par. 2: Water in beweging
neerslag

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Als vloeibaar water gasvormig water wordt dan noemen we dit condenseren.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

De kringloop van het water wordt aangedreven door de kracht van de zon.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Waterdamp is onzichtbaar
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Neerslag

Slide 6 - Woordweb

Neerslag = Regen, hagel, sneeuw, mist en ijzel.
Neerslag ontstaat als:
  • Warme lucht opstijgt en daardoor afkoelt = stijgingsregen.
  • Lucht wordt gedwongen tegen een berghelling op te stijgen = stuwingsregen.

Slide 7 - Tekstslide

Verdieping
Neerslag ontstaat als lucht opstijgt:
  • Hoe hoger je komt hoe kouder het wordt.
  • Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

Slide 8 - Tekstslide

Neerslag ontstaat op aarde op verschillende manieren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Op lagere breedte (rond de evenaar) is het warmer dan op hogere breedte. Omdat er daar veel warmte is, is er veel verdamping, dus heel veel neerslag. De neerslag die daardoor ontstaat noem je stijgingsregen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Loefzijde
Lijzijde
Regenschaduw
De kant van het gebergte waar het weinig regent.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Warme lucht kan meer waterdamp vasthouden dan koude lucht. Wanneer een wolk stijgt (omdat de wind de wolk over de berg blaast), zal de wolk steeds kouder worden. (warme lucht koelt af als deze stijgt). Hierdoor zal het teveel aan gecondenseerde waterdamp eruit moeten als neerslag. Dit gebeurt dan aan loefzijde van de berg. Dit noemen ze stuwingsregen. Aan de lijzijde van de berg zal het dus droog weer zijn. De lijzijde van de berg noemen ze dan ook wel de regenschaduw.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Warme en koude luchten ontmoeten elkaar. Warme lucht stijgt dan automatisch op. Je krijgt dan frontale neerslag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aanlandige wind waait over zee en neemt de
gecondenseerde waterdamp mee.
Als de lucht boven het warme land komt, stijgt
de lucht.
De lucht koelt dan af en kan minder waterdamp
vasthouden. Er ontstaat neerslag.
Dit noemen ze kustregens.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Conclusie
Elke dag is het weer anders. Over een periode van 30 jaar
hebben ze het gemiddelde weer gebruikt om het
klimaat te bepalen.
Hoe komt het dat er klimaatverschillen
zijn op aarde?
Op aarde zijn er veel verschillende klimaten.
Dit komt omdat er op aarde neerslagverschillen en
temperatuurverschillen zijn.

Slide 22 - Tekstslide