Zugspitze, S5, les 7, 10-10

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
Kun je een eenvoudig formulier invullen.


Slide 2 - Tekstslide

Programm für Dienstag der 03. Oktober:
  • Huiswerk nakijken
  • diagnostische toets 




Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
1. Maak in je boek van Schritt 4,
    Aufg. 5 & 7 ( boek), lezen
2. Maak in je boek van Schritt 5,
    Aufgabe 1, 2, 6 (kijken we na de vakantie na)
3. Klaar? Leer in Studygo de woorden van Schritt 2 en het werkwoord "werden"(WRTS) 








Slide 4 - Tekstslide

Schritt 4, Aufgabe 7

1. A
2. B
3. C
4. B
5. C
6. C
7. A
8. C


Slide 5 - Tekstslide

Schritt 4, Aufgabe 2   B:         
 1. die Rechnung
2. weil
3. nett
4. jetzt
5. böse
6. gültig
7. fast
8. fehlen
9. vorsichtig
10. sich entschuldigen
C:  
1. Meine Mutter ist böse. 
2. Das Geschenk ist wirklich super!
3. Wir zeigen das Foto.
4. Hoffentlich kommt mein Freund morgen.
5. Sie ist sehr nervös.
6. Was ist das Problem?
7. Warum muss ich mein Zimmer aufräumen?
8. Ich bin immer vorsichtig.
    

Slide 6 - Tekstslide

2A
1. magst
2. kann
3. darf
4. könnt
5. dürfen
6. mag
7. können
8. dürfen
9. mögen
10. kann

2B
1. mag
2. kannst
3. darf
4. mögen
5. Dürft
6. Können
7. Magst
8. kann
9. darfst
10. mag

Slide 7 - Tekstslide

Diagnostische toets
1. Ga naar de online methode via Learnbeat.
2. Ga naar Schritt 1 -4 en kies D-Prüfung


Slide 8 - Tekstslide

ich habe
du hast
ihr habt
wir haben
jij hebt
wij hebben
ik heb
jullie hebben

Slide 9 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'haben' in:
Ich .... keine Zeit.

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord haben in:
Warum ... du nichts gegessen?

Slide 11 - Open vraag

du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst

Slide 12 - Quizvraag

Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 13 - Quizvraag

ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet

Slide 14 - Quizvraag

Maak de volgende zin af:
Mein Onkel _______________ als Mechaniker.
A
arbeit
B
arbeitest
C
arbeitet
D
arbeite

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
spielen
A
gespielen
B
bespielt
C
bespielen
D
gespielt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
rutschen
A
gerutst
B
gerutscht
C
rutschen
D
gerutschen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
spazieren
A
spazieren
B
gespazieren
C
spaziert
D
gespaziert

Slide 18 - Quizvraag

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  

                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 19 - Tekstslide

haben (hebben) bij Aufg. 7
ich habe                     ik heb
du hast                       jij hebt
er/sie/es hat             hij/zij/het heeft

wir haben                  wij hebben
ihr habt                       jullie hebben
Sie/sie haben          u heeft/zij hebben

Slide 20 - Tekstslide

sein (zijn)
ich bin                       ik ben
du bist                       jij bent
er/sie/es ist             hij/zij/het is

wir sind                     wij zijn
ihr seid                      jullie zijn
Sie/sie sind             u bent / zij zijn

Slide 21 - Tekstslide

We maken nu samen: Schritt 3: Aufgabe 5

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
1. Maak in je boek van Schritt 4, 
    Aufg. 7 ( boek), lezen
2. Maak in je boek van Schritt 5,
    Aufgabe 1, 2, 6, 
3. Klaar? Leer in Studygo de woorden van Schritt 2 +4 en het      werkwoord "werden"(WRTS) 

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgaben


2. Leer de woorden van Schritt  2 en 4






Slide 24 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Kun je een eenvoudig formulier invullen.

Slide 25 - Tekstslide