Middeleeuwen 4VWO
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Van wanneer tot wanneer waren de Middeleeuwen ongeveer?
A
500-1500
B
600-1600
C
400-1400
D
300-1300
Slide 3 - Quizvraag
Welke man en welke vrouw zijn de boegbeelden van de Middeleeuwen? Franse namen.
Slide 4 - Open vraag
Wat is geen genre in de Middeleeuwen?
A
Romans de chevalerie
B
L'amour courtoise
C
Satire sociale
D
Tragédies
Slide 5 - Quizvraag
Literatuur werd mondeling overgeleverd en was vaak anoniem. Welke zin is onjuist?
A
De meeste mensen konden niet lezen.
B
Het individu was onbelangrijk in de ME.
C
Rijm was gemakkelijk te onthouden.
D
Heldendaden waren spannend en snel doorverteld.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een troubadour?
Slide 7 - Open vraag
Noteer zoveel mogelijk woorden die typerend zijn voor de Middeleeuwen.
Slide 8 - Woordweb
Van welk boek was Chrétien de Troyes auteur?
A
Perceval ou le Conte du Graal
B
Le Roman de Renart
C
Le Lai de Lanval
D
La Ballade des pendus
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis over hoofse liefde (amour courtois)
A
hulpvaardige liefde
B
lichamelijke liefde
C
onbereikbare liefde
D
onmogelijke liefde
Slide 10 - Quizvraag
Welk genre is een liefdessprookje ?
A
un conte
B
une ballade
C
un lai
D
une satire
Slide 11 - Quizvraag
Welk dier staat symbool voor de geestelijkheid in Le Roman de Renart
A
de vos Renart
B
de beer Brun
C
de wolf Ysengrin
D
de das Grimbert
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekenen de woorden oc en oil in langue d'oc en langue d'oil?
Slide 13 - Open vraag
Wie is geen auteur in de Middeleeuwen?
A
François Villon
B
Chrétien de Troyes
C
Marie de France
D
Rabelais
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet deze schrijver van La Ballade des pendus?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
Hoe is de Latijnse spreuk die typerend is voor de Middeleeuwen?
Slide 17 - Open vraag
Hoe heet een versiering in een Middeleeuwse tekst?
Slide 18 - Open vraag
Wat is geen vormonderdeel van de Ballade des Pendus?
A
3 strofes
B
herhaling laatste versregel iedere strofe
C
envoi (slotstrofe)
D
geen rijmschema
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Welk woord past bij de vorige afbeelding?
Slide 21 - Open vraag
Wat hoort niet in het rijtje genre thuis?
A
drama
B
proza
C
poezië
D
chansons
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Wat zag je op de vorige afbeelding?
Slide 24 - Open vraag
Hoe heet de periode die op de Middeleeuwen volgt?
