MondelingWat moet je kunnen vertellen?
1. Stel jezelf voor (naam, leeftijd, woonplaats).
2. Vertel over je familie (ouders, broer(s) / zus(sen).
3. Vertel over je huisdier (of zeg dat je geen huisdier hebt).
4. Vertel in welke klas je zit.
5. Vertel wat je leuk vindt.
6. Vertel wat je niet leuk vindt.
7. Vertel wat je in de vakantie hebt gedaan.
8. Vertel hoe het weer was.