Schrijven - werkwoordspelling tt week 6

• Nederlands
• MBO
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute n4
• Studiejaar 4

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

door Jolien de Kock-Visscher

week 5	Schrijven van een verslag
week 6	Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
week 7	Werkwoordspelling verleden tijd
week 8	Voorjaarsvakantie
week 9	Herhaling werkwoordspelling tt en vt
week 10	Interpunctie (leestekens)
week 11	Schrijfopdracht + elkaar beoordelen
week 12	Vaak voorkomende schrijffouten
week 13	Spaties en streepjes
week 14	Nakijken deel begeleidingsplan/feedback

Terugblik

-Richtlijnen schrijven van teksten

-Introductiequiz

Leerdoelen

-Je kunt een werkwoord uit een zin halen. 

-Je kunt bepalen of een zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat. 

-Je weet wanneer je een 'd' of een 't' schrijft aan het einde van een persoonsvorm in de tt.

Opdracht

-We schrijven een verhaal op het whiteboard (vijf zinnen). 

Opdracht

Bekijk het stukje geschreven tekst:

-Welke zinnen staat in de tt en welke in de vt?

-Onderstreep de werkwoorden.

Oefening: Vul de juiste vervoeging in (tt).
'Samos .... (houden) van pizza en patat.'

1. houd
2. houdt
3. hield
4. houdde

Oefening: Vul de juiste vervoeging in (tt).
'(Melden) jij je even bij de pedagogisch werker?'

1. Meld
2. Meldt

Oefening: In welke tijd is deze zin geschreven?
'Jacques start zijn auto zonder veel problemen.'

1. verleden tijd
2. tegenwoordige tijd

Luister naar ze de zin en vul in.

Luister naar de zin en vul in.

Luister naar de zin en vul in.

Luister naar de zin en vul in.

Luister naar de zin en vul in.

Heb je alle leerdoelen behaald?

ja

nee

Tip!

Volgende week

Werkwoordspelling verleden tijd