In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Zuigelingenvoeding
Slide 1 - Tekstslide
De zuigelingenvoeding
- Borstvoeding
- Flesvoeding
- Bijvoeding
- Suppletie
Slide 2 - Tekstslide
Verschil borst en flesvoeding
Slide 3 - Woordweb
Waar of niet waar
De kans op obstipatie bij flesvoeding is kleiner
Slide 4 - Tekstslide
Niet waar
Moedermelk is rijk aan de GOS* en FOS**, dit zijn groeifosfaten van de bifidobacterie*** en bevat factoren die de resorptie die de vitamines en mineralen bevorderen****
*Galacto-oligosacchariden
**Fructo oligosacchariden
***Bacterie die melkzuur en azijnzuur vormen. Zuren remmen de groei van ziekteverwekkende bacterie.
**** Bij flesvoeding kan het toegevoegd worden, niet wettelijk verplicht.
Slide 5 - Tekstslide
In welke voeding is het
eiwitgehalte het hoogste?
Fles Borst
Slide 6 - Tekstslide
Fles
De nieren en lever zijn nog niet volledig ontwikkeld omdat het eiwit gehalte laag is. Borstvoeding past zich aan naar de ontwikkeling van het kind. Het eiwitgehalte kan zo laag zijn omdat het aminozurenpatroon van moedermelkeiwitten goed is afgestemd op de behoefte van het kind.
Slide 7 - Tekstslide
als borstvoedende moeder kan
je beter veganistisch zijn.
Ja Nee
Slide 8 - Tekstslide
Ja
In dierlijke producten kunnen vervuilde stoffen zitten vooral gechlorieerde koolwaterstoffen*. Deze stoffen zijn moeilijk afbreekbaar en blijven hierdoor langer in het milieu circuleren. De concentratie is het hoogst in de organisme die bovenaan in de voedsel keten staan**
* DDT, PCB's en dioxines
** mens en dieren
Slide 9 - Tekstslide
Vitamine K suppletie wordt bij zuigelingen tussen de 8 weken tot 3 maanden dagelijks aanbevolen. Waarom is dit?