Thema 5, BS 2, Chromosomen, genen en eiwitten
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Chromosomen bestaan uit ...
A
Celplasma
B
DNA
C
Codes
D
Cytoplasma
Slide 2 - Quizvraag
Het fenotype wordt bepaald door ...
A
Het genotype
B
Invloeden van buitenaf
C
Het genotype en invloeden van buitenaf
D
De chromosomen
Slide 3 - Quizvraag
Welke combinatie van de bouwstenen van DNA is juist?
A
AT & CG
B
AG & TC
C
AC & TG
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel chromosomen hebben menselijke lichaamscellen?
A
46
B
48
C
23
D
25
Slide 5 - Quizvraag
Chromosomen komen in paren voor.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het genotype van deze mevrouw?
A
Groene haren
B
Zwarte haren
C
Groen met zwarte haren
Slide 16 - Quizvraag
In geslachtscellen komen allelen in paren voor.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Een gen staat voor ...
Slide 18 - Open vraag
Een spiercel bevat genen voor je oogkleur.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Een blauwe plek is een verandering in fenotype.
A
Waar
B
Niet waar
