Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordsoorten (voornaamwoorden)
Wat weet je nog?
ww
znw
bijv nw
lw
vz
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat weet je nog?
ww
znw
bijv nw
lw
vz
Slide 1 - Tekstslide
Taalkundig ontleden
Slide 2 - Woordweb
De hond blaft naar de postbode.
de =
A
vz
B
lw
C
znw
D
ww
Slide 3 - Quizvraag
De boeken liggen op tafel
tafel =
A
vz
B
bijv. nw
C
znw
D
ww
Slide 4 - Quizvraag
Hij loopt elke dag naar de bakker.
loopt =
A
vz
B
bijv. nw
C
znw
D
ww
Slide 5 - Quizvraag
Zij draagt een mooie jurk.
mooie =
A
vz
B
bijv. nw
C
znw
D
ww
Slide 6 - Quizvraag
De kat zit onder tafel.
onder =
A
vz
B
bijv. nw
C
znw
D
ww
Slide 7 - Quizvraag
Mijn fiets staat buiten.
fiets =
A
vz
B
bijv. nw
C
znw
D
ww
Slide 8 - Quizvraag
Hij heeft een gele trui aan.
gele =
A
vz
B
bijv. nw
C
znw
D
ww
Slide 9 - Quizvraag
De hond springt over de bank.
over =
A
vz
B
bijv. nw
C
znw
D
ww
Slide 10 - Quizvraag
SLEEP DE WOORDSOORTEN NAAR DE GOEDE PLEK
znw
bijv. nw
ww
lw
vz
honden
De
trouwe,
dieren.
opa
zijn
behulpzame
van
Slide 11 - Sleepvraag
Voornaamwoorden
Persoonlijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Persoonlijk voornaamwoord
- Verwijst naar een persoon, dier of ding.
- Het zegt dus iets over wie iets doet
of over wie of wat het gaat.
- Het vervangt een zelfstandig naamwoord.
Slide 14 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
Ik
ga naar school.
Jij
leest een boek.
Hij
is boos.
Wij
eten pizza.
Zij
lachen om de grap.
Het
regent hard.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Aanwijzend voornaamwoord
Wijst iets aan.
Het staat meestal bij of in plaats van een zelfstandig naamwoord.
Je wijst letterlijk of figuurlijk iets of iemand aan.
Slide 17 - Tekstslide
Aanwijzend voornaamwoord
Deze
appel is lekker.
Die
jas is van mij.
Dit
huis staat te koop.
Da
t boek is oud.
Zo’n
auto wil ik ook.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
Het zegt iets over het bezit van iemand.
Slide 20 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
Dat is
mijn
boek.
Jouw
fiets staat buiten.
Is dit
haar
tas?
Onze
kat heet Simba.
Hun
huis is groot.
Slide 21 - Tekstslide
Welk woord is een persoonlijk voornaamwoord?
A
mijn
B
jouw
C
deze
D
zij
Slide 22 - Quizvraag
Welk woord is een bezittelijk voornaamwoord?
A
hij
B
jouw
C
dat
D
dit
Slide 23 - Quizvraag
Welk woord is een aanwijzend voornaamwoord?
A
hun
B
ik
C
die
D
wij
Slide 24 - Quizvraag
Hij speelt gitaar.
Hij is...
A
Bez. vnm
B
Pers. vnm
C
Aanw. vnw
D
Bijv nm
Slide 25 - Quizvraag
Dat boek is spannend.
Dat is...
A
Bez. vnm
B
Pers. vnm
C
Aanw. vnw
D
Bijv nm
Slide 26 - Quizvraag
Mijn hond is lief.
Mijn is...
A
Bez. vnm
B
Pers. vnm
C
Aanw. vnw
D
Bijv nm
Slide 27 - Quizvraag
In welke zin staat een aanw. vnm?
A
Ik hou van jouw stijl.
B
Wij zijn te laat.
C
Die film duurt lang.
D
Zij hebben vakantie.
Slide 28 - Quizvraag
In welke zin staat een bez. vnm?
A
Dit boek is saai.
B
Ik kom uit Nederland.
C
Onze leraar is streng.
D
Zij zijn moe.
Slide 29 - Quizvraag
In welke zin staat een pers. vnm?
A
Haar fiets is kapot.
B
Die schoenen zijn duur.
C
Jij bent grappig.
D
Dit boek is van mij.
Slide 30 - Quizvraag
Zijn moeder werkt in het ziekenhuis.
Zijn is een...
A
bez. vnm
B
pers. vnm
C
aanw. vnm
D
bijv. nm
Slide 31 - Quizvraag
Haar jas hangt aan de kapstok.
Haar = ...
Slide 32 - Open vraag
Ik ga morgen met de trein naar Amsterdam.
Ik =
Slide 33 - Open vraag
Deze stoel zit veel lekkerder dan die.
Deze =
Slide 34 - Open vraag
Gisteren zag zij een egel in de tuin.
Zij =
Slide 35 - Open vraag
Dat boek heb ik al gelezen.
Dat =
Slide 36 - Open vraag
Kun je ons helpen met deze opdracht?
ons =
Slide 37 - Open vraag
Is dit jouw telefoon of die van hem?
jouw =
Slide 38 - Open vraag
Die jongen zit in mijn voetbalteam.
Die =
Slide 39 - Open vraag
Hun hond blaft de hele dag.
Hun =
Slide 40 - Open vraag
Het regent al de hele ochtend.
Het =
Slide 41 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Woordsoorten (lw, znw, ww, bijv nw, vz, voornaamwoorden)
10 days ago
- Les met
54 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
woordsoorten alles voor toets
23 days ago
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Taal/spelling week 4 les 1 - maandag
August 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6-8
S13 - Het persoonlijk, bezittelijk en aanwijzend voornaamwoord
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
ph2K grammatica B voornaamwoorden
September 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica - vmbo - Blok 4
February 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4
Voornaamwoorden
May 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
voornaamw oefening en uitleg A Pan h2
February 2024
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1