In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
1
WELKOM!
2
Werkboek
Laptop
Leg op tafel:
Log in:
schrift
Slide 1 - Tekstslide
Je weet wat splitsbare werkwoorden zijn.
Je kent het verschil tussen een splitsbaar werkwoord en een voorzetsel.
LESDOELEN
Slide 2 - Tekstslide
Uitleg en aantekeningen
Maken paragraaf 4.7 opdracht 1 t/m 4
2KGT: Aanwijzend voornaamwoord.
Maken opdracht 1 t/m 5. Bedenk bij opdracht 5 zelf 2 zinnen.
Vandaag
H4.7 opdracht 1 t/m 4
Huiswerk:
Programma:
Slide 3 - Tekstslide
Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8 Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt, uitroepteken Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Kijkvraag
Bekijk de uitlegvideo in de lesstof van H 4.7
Straks beantwoord je de vraag: "Wat is een splitsbaar werkwoord?"
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een splitsbaar werkwoord?
Slide 5 - Open vraag
(invullen) Sarah...................... het antwoord ...................... (opmaken)Mijn moeder...................mijn bed................... (uitgeven) Hoeveel geld.......jullie.........in de vakantie?
Slide 6 - Open vraag
Noteer het hele werkwoord (infinitief) van deze splitsbare werkwoorden.
1. Jullie halen toch geen kattenkwaad uit? 2. Geef nooit op. 3. Keek jij nou bij haar af?
Slide 7 - Open vraag
splitsbaar
niet splitsbaar
afmaken
ophalen
nadoen
omcirkelen
besluiten
uitlezen
achterhalen
noteren
Slide 8 - Sleepvraag
Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
H4.7 - opdracht 1 t/m 5
Wat? Met wie?
Eerder klaar?
Zelfstandig
Ga aan de slag met de woordentrainer
Slide 9 - Tekstslide
Welkom!
1
WELKOM!
2
Werkboek
Laptop
Leg op tafel:
Log in:
schrift
Slide 10 - Tekstslide
Je weet wat splitsbare werkwoorden zijn.
Je kent het verschil tussen een splitsbaar werkwoord en een voorzetsel.
LESDOELEN
Slide 11 - Tekstslide
Instructie voorzetsel en splitsbare werkwoorden
Aantekeningen maken
Maken paragraaf 4.7 opdracht 6 t/m 11
2KGT: Vragend voornaamwoord
Maken opdracht 6 t/m 14
Vandaag
4.7 - opdr. 6 t/m 11
Huiswerk:
Programma:
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
AANTEKENINGEN
Voorzetsel of splitsbaar werkwoord?
Zoek het werkwoord in de zin
Kijk wat het hele werkwoord is
Ik zit op de bank. > hele werkwoord = zitten
> voorzetsel = op
Let je goed op? > hele werkwoord = opletten
> op = deel van splitsbaar werkwoord
Slide 15 - Tekstslide
Deze woordsoorten ken je nu al!
Dit moet je dus ook op je toets
beheersen.
Slide 16 - Tekstslide
Hieronder nogmaals uitlegfilmpjes. Als je het even niet meer weet, kijk terug.
Slide 17 - Tekstslide
Welke zes woordsoorten moet je straks kunnen herkennen op de toets?
Slide 18 - Open vraag
Je ziet het woordje 'uit' staan. Bij welke woordsoorten kan dit woord horen?
Slide 19 - Open vraag
Welke splitsbare werkwoorden kun je bedenken met 'uit'?
Slide 20 - Open vraag
Schrijf twee zinnen:
1. Maak een zin met het voorzetsel 'uit'. 2. Maak een zin met een splitsbaar werkwoord met 'uit'
Slide 21 - Open vraag
Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
H4.7 - opdracht 6 t/m 11
Wat? Met wie?
Hulp?
Eerder klaar?
Zelfstandig
Stel je vragen aan mij
Oefenen met de woordentrainer
Blauwbilgorgel Toetsvragen maken NUMO-taak kiezen op 2F