Nadeel: Pinapparaten zijn duur om aan te schaffen.
Slide 3 - Tekstslide
Kassa
Een kassa heeft verschillende functies en mogelijkheden, denk aan een:
rekenfunctie
bewaarfunctie
registratiefunctie
controlefunctie
informatiefunctie.
Slide 4 - Tekstslide
Functies
Rekenfunctie bewaarfunctie controlefunctie
Slide 5 - Tekstslide
Registratiefunctie
- controlerol en kassarol
- Voorraad en omzet wordt bijgehouden
- Klanten worden geregistreerd.
Informatiefunctie
Welke artikelen je hebt verkocht- Verkooppieken-
Klantenkaart-
Informatie over de koopgedrag van klanten-
Slide 6 - Tekstslide
Barcode
De meeste artikelen hebben zo’n EAN-code (streepjescode). ‘EAN’ staat voor European Article Numbering. In de streepjes zijn dertien cijfers verwerkt. Ze staan voor het:
landennummer (de eerste twee cijfers)
leveranciersnummer (de volgende vijf cijfers)
artikelnummer (de volgende vijf cijfers)
controle cijfer (het laatste cijfer).
Slide 7 - Tekstslide
Afrekenen
- Contant of per pin betalen
- Creditcard of cadeaubon
- briefjes van € 100,00, € 200,00 of € 500,00 weigeren
- Bij terugbetalen in cash: Je begint dan te tellen vanaf het bedrag dat betaald moet worden tot het bedrag dat de klant heeft gegeven.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld
- Telt vanaf 8,50 naar 10,-
1. Naar een heel getal teruggeven: € 0,50 maakt 9 euro
2. Naar het wisselgeldbedrag: € 1 euro maakt 10 euro.
€ 8,50
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag
- Deze week: Maken deel D taak 6 t/m taak 10
- Ook Peppels.
- Peppels leveren extra punt op. Kan je helpen voor een voldoende.