In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 4 - Een veilig klimaat
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag behandelen?
- Korte terugblik op de vorige les.
- Doelen van deze les.
- Paragraaf 9.1
- Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Vijf vragen om terug te blikken op het vorige hoofdstuk.
Voor vraag 1 heb je pen en papier nodig.
Slide 3 - Tekstslide
Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
A. Orden de gegevens.
Stap 2
B. Schrijf de vraagstelling op.
Stap 3
C. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 4
D. Voer de observatie uit.
Stap 5
E. Kies de observatiemethode.
Stap 6
F. Rapporteer.
Stap 7
G. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 8
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Zet de stappen in de juiste volgorde...
Slide 4 - Tekstslide
Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
G. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 2
C. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 3
B. Schrijf je vraagstelling op.
Stap 4
E. Kies de observatiemethode.
Stap 5
D. Voer de observatie uit.
Stap 6
A. Orden de gegevens.
Stap 7
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Stap 8
F. Rapporteer.
Antwoorden
Slide 5 - Tekstslide
Welke zin is waar?
A
Een kwantitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.
B
Een kwalitatieve observatie gaat om hoe ziet het gedrag eruit.
Slide 6 - Quizvraag
Job pakt de bal van de grond en loopt naar Sev. Hij kijkt Sev boos aan en geeft hem een duw. Hij is duidelijk gefrustreerd over de situatie die net plaatsvond.
Hierboven lees je een deel van een observatie. Is dit objectief of subjectief beschreven?
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 7 - Quizvraag
Je telt gedragingen in een bepaalde periode. Dit hoort bij:
A
Kwantitatief observeren
B
Kwalitatief observeren
Slide 8 - Quizvraag
Waarnemen doe je overal. Zelfs in je slaap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Doel van de les
Aan het einde van de les:
- Weet je dat een kind veiligheid nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen.
- Weet je dat er vier hechtingstypen zijn.
- Weet je wat het begrip 'sensitieve responsiviteit' inhoudt.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
Nodig: A4-papier
Maak 5-tallen
-Elk groepje krijgt A3-papier en schrijf in het midden 'Veiligheid voor een kind'.
-Welke woorden / korte zinnen passen volgens jullie bij 'veiligheid voor een kind'?
Denk hierbij aan bijvoorbeeld 'liefde' of 'vrienden'. Schrijf er zoveel mogelijk op.
Na 5 minuten stopt de tijd. Eén van jullie brengt jullie blad, op
teken van de docent, naar het volgende groepje.
timer
5:00
Slide 11 - Tekstslide
Bekijk het blad van de andere groep.
- Welk antwoord hadden jullie ook? Zet daar een sterretje bij.
- Welk antwoord missen jullie? Schrijf die er dan bij.
- Welk antwoord vinden jullie erg goed en hadden jullie zelf niet. Zet daar een hartje bij.
Hier krijg je 3 minuten de tijd voor.
We schuiven nogmaals door. Daarna krijgt ieder groepje het blad weer terug. -Bekijk het blad van de andere groep. Wat valt jullie op?
timer
3:00
Slide 12 - Tekstslide
Waarom is een vertrouwensfiguur voor kinderen belangrijk?
Slide 13 - Open vraag
Vertrouwensfiguur
Een vertrouwensfiguur geeft je een gevoel van veiligheid.
Iemand die je begrijpt, kan bijsturen en je ondersteunt.
Kinderen (en mensen in het algemeen) ontwikkelen zich beter in een veilige omgeving.
Vraag: welke personen waren jouw vertrouwensfiguur?
Slide 14 - Tekstslide
Hoe kun jij zorgen voor veiligheid?
Geef een kind een veilig gevoel
Soms heeft een kind behoefte aan troost of gezelligheid. Herken emoties, geef complimenten en toon interesse.
Voorspelbaarheid
Vertrouwde, terugkomende gebeurtenissen geven een kind een ritme en veilig gevoel.
Grenzen
Regels geven een kind een veilig gevoel. Als er grenzen zijn voelt een kind zijn vrij om daarbinnen dingen te verkennen.
Belonen en straffen
Bied regels en structuur en wees consequent.
Slide 15 - Tekstslide
Hechting
Hechting geeft het kind een veilige basis. De eenkennigheidsfase rond 6 maand is het begin van de hechting. Is een kind veilig gehecht, dan kan het nieuwe situaties makkelijker aan.
Verschillende hechtingstypen:
A-kinderen: Onveilig-vermijdend gehecht
B-kinderen: Veilig gehecht
C-kinderen: Onveilig afwerend gehecht
D-kinderen: Onveilig-gedesorganiseerd gehecht
Tip: lees de uitleg van de verschillende hechtingstype en schrijf een korte samenvatting voor jezelf. Maak opdracht 6 op bladzijde 153 in je werkboek.
Slide 16 - Tekstslide
Film: hechtingsproblematiek
Kijken tot 2 min. 50 sec.
Slide 17 - Tekstslide
Sensitieve responsiviteit
Zoek het begrip 'sensitieve responsiviteit' op in je boek en lees het door.
Eén van jullie krijgt de beurt
om het uit te leggen.
Slide 18 - Tekstslide
Belonen en straffen
Lees de paragraaf 'belonen en straffen' op blz. 251 en 252.
Kan jij een voorbeeld noemen waarin jij (of je praktijkopleider) de theorie hebt toegepast. Dus dat belonen beter werkt dan straffen?
Slide 19 - Tekstslide
Passende verwerkingsopdracht
Slide 20 - Tekstslide
Aan het werk...
Tijd over?
Ga aan de slag met de opdrachten van 9.1 in je werkboek.