FD CI oefentoets

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

FD CI oefentoets

Hoe noem je het proces dat ondersteunend is aan de belangrijkste taak van een bedrijf?

1. Primaire proces
2. Secundaire proces
3. Tertiaire proces
4. Afsluitende proces

Een facilitair medewerker moet representatief zijn. Wat betekent ‘representatief’?
A.

1. Dat je aardig en klantvriendelijk bent.
2. Dat je de omgangsregels die gelden in het bedrijf kunt toepassen.
3. Dat je het bedrijf en alle medewerkers goed kent.
4. Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort.

Geef 3 adviezen over de persoonlijke verzorging.

Een collega neemt jouw dienst over. Ze belt op en geeft aan dat ze plotseling met haar dochtertje bij de huisarts langs moet. Ze vraagt of jij een uur langer door wilt werken. Hoe kun je er voor zorgen dat dit probleem wordt opgelost?

1. Door vaktechnisch te zijn
2. Door je representatief op te stellen.
3. Door flexibel te zijn.
4. Door je aan de regels te houden.

Wat is mimiek?

1. Snel praten
2. Goede persoonlijke verzorging
3. Stemvolume
4. Gezichtsuitdrukking

Wat is het verschil tussen een gesloten en een open vraag?

Welke opstelling zie je op het plaatje?

1. theateropstellin
2. klasopstelling
3. Blokopstelling
4. Cabaretopstelling

Noem 2 hulpmiddelen die je op de afbeelding ziet

Een Chinees Indisch Buffet is een voorbeeld van een:

1. Een koud buffet.
2. Een simpel buffet.
3. Een goedkoop buffet.
4. Een themabuffet.

Wat doe je als eerste als je een bestelling gaat opnemen?

1. Vragen wat iemand wil.
2. De gast/gasten begroeten.
3. Vertellen wat je allemaal hebt.
4. Een praatje maken.

Aan welke kant van het bord ligt het mes?

Je bent eten aan het serveren. Wat
doe je als je ziet dat op een tafel een paar leeggedronken glazen staan?

1. Je vertelt ze wat je ze aan kan bieden.
2. Je vraagt of ze nog iets willen drinken.
3. Je vraagt of alles naar wens was.
4. Je wenst ze een smakelijke maaltijd.

Wat is een voorbeeld van een disposable?

1. Een plastic bord.
2. Een handdoek.
3. Een wijnglas.
4. Een grote lunch.

Na de lunch ruim je alles op. In welke afvalbak gooi je de schillen van fruit weg?

1. GFT GFT
2. Papier
3. Plastic
4. Restafval

Welke term hoort bij de beschrijving: “Gevaren in kaart brengen die bij voedselproductie kunnen ontstaan”.

1. HDCCP
2. Schoonmaken
3. HACCP
4. HACPP

Als je gaat schoonmaken heb je schoonmaakmaterialen nodig, schoonmaakmachines, schoonmaakmiddelen en schoonmaakhulpmiddelen.
Waartoe behoort onderstaande afbeelding?

1. Schoonmaakmaterialen
2. Schoonmaakmachines.
3. Schoonmaakmiddelen.
4. Schoonmaakhulpmiddelen.

Wat is de naam van het schoonmaakmateriaal op de afbeelding?

1. plumeau
2. ragebol
3. stofwisser
4. luiwagen

wat betekent dit pictogram

1. Schadelijk/irriterend.
2. Ontvlambaar.
3. Milieugevaarlijk
4. Giftig.

Wat hoort bij wat?

Slaapkamer stofzuigen

Schoonmaken met een doek waarin schoonmaakmiddel is verwerkt

Ramen wassen

Oppervlak reinigen met alcohol

Nat schoonmaken

Droog schoonmaken

Desinfecteren

Klamvochtig schoonmaken

Je houdt wel rekening met het milieu

Je houdt geen rekening met het milieu

Je scheidt tijdens het opruimen het afval

 Extra veel schoonmaakmiddel gebruiken 

Warm water gebruiken

Biologisch afbreekbaar schoonmaakmiddel gebruiken

mild, neutraal schoonmaakmiddel (bijvoorbeeld

allesreiniger) en een spons of doekje

Gebruik alleen een licht-vochtige doek.

Dweilen met warm water.

Vlekken : sop (water met wat schoonmaakmiddel,

bijvoorbeeld allesreiniger).

Hardnekkige vlekken: desinfecterend middel, alleen

op de vlek. Drogen met een doek.

parketvloerolie

alcohol 70%

schuurmiddel

desinfecteermiddel

onderhoudsmiddel

schoonmaakmiddel

Wat is een ander woord voor archiveren?

1. Bewaren.
2. Opslaan
3. Alfabetiseren.
4. Ordenen

Wat is de juiste alfabetische ordening van de volgende persoonsnamen:

L. Hos-Bakker
B. Hoos
K. Hos
G. Hoos

1. Hoos B. - Hoos G. – Hos K. – Hos-Bakker L.
2. Hoos G. - Hoos B. – Hos K. – Hos-Bakker L
3. Hos K. – Hos-Bakker L.- Hoos B. - Hoos G.
4. Hos-Bakker L. - Hoos B. - Hoos G. – Hos K.