1. in de eierstokken liggen de onrijpe eicellen in blaasjes.
2. één eicel rijpt: de eicel neemt vocht met voedingsstoffen op en wordt daardoor groter. het blaasje dat om de eicel heen zit, wordt ook groter. De voedingsstoffen zijn nodig als de eicel bevrucht is door de zaadcel.
3. Na ongeveer 14 dagen zitten er voldoende voedingsstoffen in de eicel: de eicel is rijp. Het blaasje barst dan open en de rijpe eicel komt in de eileider. Het vrijkomen van en rijpe eicel uit de eierstokken heeft eisprong of ovulatie.
4. Na de eisprong blijft de eicel 12 tot 24 uur in de eileider leven. De eileider vervoert de eicel richting de baarmoeder.