§11.1 - Man en Vrouw

Welkom
- Boek, schrift, pen/potlood op tafel.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §11.1 - Man en vrouw
Leerdoelen
- Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen.
- Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen.
- Je kunt uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt.
- Je kunt uitleggen dat de menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen.
Huiswerk
Lezen en samenvatten - §11.1
Maken en nakijken §11.1 ™ opdracht 25.

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Boek, schrift, pen/potlood op tafel.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §11.1 - Man en vrouw
Leerdoelen
- Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen.
- Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen.
- Je kunt uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt.
- Je kunt uitleggen dat de menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen.
Huiswerk
Lezen en samenvatten - §11.1
Maken en nakijken §11.1 ™ opdracht 25.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Puberteit man
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen.
  • Bijballen slaan deze op.
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen.
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe. 
Voortplantingscellen man = zaadcellen

* een jongen is vruchtbaar vanaf zijn eerste zaadlozing

Slide 3 - Tekstslide

Kopieer de volgende link:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.htm
Maak de opdracht.
Noteer je score en lever deze hier in.
Klaar, ga §11.1 vast maken.
timer
5:00

Slide 4 - Open vraag

Puberteit vrouw
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen.
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder.
  • Een eicel rijpt in een follikel in de eierstok. Na 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider = ovulatie (eisprong).

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Kopieer de volgende link:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/vrouw.htm
Maak de opdracht.
Noteer je score en lever deze hier in.
Klaar, ga §11.1 vast maken.
timer
5:00

Slide 7 - Open vraag

Sperma bestaat uit
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van de eileider?
A
Vervoer eicel naar eierstok
B
Opslag eicel
C
Vervoer eicel naar baarmoeder
D
Ontwikkeling eicel

Slide 9 - Quizvraag

Hoe kom je in de puberteit?

Slide 10 - Open vraag

Kopieer de volgende link:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.htm
Maak de opdracht.
Noteer je score en lever deze hier in.
Klaar, ga §11.1 vast maken.
timer
5:00

Slide 11 - Open vraag

Kopieer de volgende link:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/vrouw.htm
Maak de opdracht.
Noteer je score en lever deze hier in.
Klaar, ga §11.1 vast maken.
timer
5:00

Slide 12 - Open vraag

Volgende les
Afronding Takletics - herhaling practicum startdag. In de les afronden en boekje inleveren

Les daarna: menstruatiecyclus

Slide 13 - Tekstslide

Welkom
  • Weektaak
  • Leerdoelen

  • Filmpje
  • Uitleg opdracht
  • Aan de slag

Slide 14 - Tekstslide

Weektaak
Opdrachten van §11.1, inclusief 'toepassen'

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kent de onderdelen en functies van het voortlantingsorgaan van de man.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken.
- Je kent de weg die de zaadcellen afleggen.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen.
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong.
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7.
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt.
- Je kunt uitleggen welke hormonen betrokken zijn bij de mensturatiecyclus.

Slide 16 - Tekstslide

Zijn er nog vragen na de vorige les?

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je al van de menstruatiecyclus?

Slide 18 - Open vraag

0

Slide 19 - Video

De menstruatiecyclus

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

In één plaatje





Slide 22 - Tekstslide

Beschrijf wat er tijdens
de menstruatiecyclus gebeurt
met een eicel (geen bevruchting)
timer
2:00

Slide 23 - Open vraag

Beschrijf wat er tijdens
de menstruatiecyclus gebeurt
met de baarmoeder (geen bevruchting)
timer
2:00

Slide 24 - Open vraag

Hormonen en menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen uit de hypofyse 
en de hormonen progesteron en oestrogeen.

  • Hypofysehormoon     -> zorgen dat de follikel gaat groeien
  • Oestrogeen                -> wordt gemaakt door follikel vooral vóór ovulatie
(baarmoederslijmvlies wordt daardoor dikker en ovulatie vindt plaats)
  • Progesteron               -> wordt gemaakt door lege follikel na de ovulatie. 
Zorgt ervoor dat baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed blijft.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag met §11.1
Herhalen 10.3 en 10.4
Oefen op biologiepagina met de geslachtsorganen!

Slide 27 - Tekstslide

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus.
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 29 - Quizvraag

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 30 - Quizvraag

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 32 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?

Slide 33 - Tekstslide

Exit-vragen:
1. Leg uit via welke weg een zaadcel het lichaam verlaat.
2. Leg in eigen woorden uit hoe de menstruatiecyclus werkt.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Video