Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kent de onderdelen en functies van het voortlantingsorgaan van de man.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken.
- Je kent de weg die de zaadcellen afleggen.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen.
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong.
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7.
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt.
- Je kunt uitleggen welke hormonen betrokken zijn bij de mensturatiecyclus.