Je gebruikt de aarde zo dat de volgende generaties er ook nog gebruik van kunnen maken
Iets dat lang mee gaat is duurzaam
rekening houden met mensen, welvaart en de aarde bij alles wat je doet. (de drie P's, daar leer je later deze les meer over)
Slide 15 - Tekstslide
Een grote variatie aan levensvormen in de natuur noem je ook wel ....
A
duurzaamheid
B
etages
C
biodiversiteit
Slide 16 - Quizvraag
Streekproducten zijn minder duurzaam dan ‘gewone’ producten
A
Onjuist
B
Juist
Slide 17 - Quizvraag
Afval scheiden is duurzaam gedrag
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Welk van de onderstaande energiebronnen is duurzaam?
A
benzine
B
aardgas
C
steenkool
D
zon
Slide 19 - Quizvraag
Aardbeien eten bij het kerstdiner is een voorbeeld van duurzaam voedsel
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
0
Slide 21 - Video
Wat is de boodschap die hij wilt overbrengen?
Slide 22 - Open vraag
Als je duurzaam wilt eten moet je minder vlees en meer seizoensgroenten eten.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Waarom is een visser bang om over te schakelen op milieuvriendelijke productie?
A
Hij wil graag duurzaam produceren.
B
Hij is bang dat zijn bedrijfskosten stijgen.
Slide 24 - Quizvraag
Je kiest ervoor te fietsen naar school in plaats van met de auto of scooter te gaan, met welk aspect van duurzaam consumeren heb je dan rekening gehouden? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Klimaat
B
Milieu
C
Dierenwelzijn
D
Natuur
Slide 25 - Quizvraag
Bedankt voor jullie aandacht!
Tot volgende week!
Slide 26 - Tekstslide
Huiswerk:
-Maken opdracht 32 t/m40 blz 166
Slide 27 - Tekstslide
Welkom!
Inleiding voeding en bewegen
timer
2:00
Slide 28 - Tekstslide
Planning
1. Welkom
2. Medelingen en Afspraken
3. Terugblik vorige les
4. Theorie en opdrachten
5. Wat weten we nu?
7. Huiswerk en Afsluiting
5 min
5 min
10 min
25 min
5 min
5 min
Slide 29 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitlegen:
- hoe voedingsmiddelen ontstaan,
- Waar voedingsmiddelen vandaan komen,
- Wat verantwoord eten is,
- wat het doel is van bewegen.
Slide 30 - Tekstslide
timer
1:00
Wat zijn voedingsmiddelen?
Slide 31 - Woordweb
Voedingsmiddelen zijn:
Alle soorten voedsel die mensen kunnen eten.
Slide 32 - Tekstslide
timer
1:00
Welke 2 soorten voedigsmiddelen zijn er?
Slide 33 - Woordweb
Plantaardige Voedingsmiddelen
&
Dierlijke Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn te verdelen in:
Slide 34 - Tekstslide
Voeding & Beweging
Slide 35 - Tekstslide
timer
1:00
Wat is gezond eten?
Slide 36 - Woordweb
Gezond eten.
Hoe weet je of iets gezond is?
Denk dan aan deze zaken...
- Hoeveelheid calorieën,
- Aanwezige bouw- en brandstoffen,
- Beschermende stoffen.
Tekst
Bevat het toegevoegde stoffen?
Slide 37 - Tekstslide
Verantwoord eten.
Verantwoord betekent dat je iets goed heb doordacht.
Je kan dus uitleggen waarom je iets op een doordachte wijze hebt gedaan.
(verantwoorden)
Slide 38 - Tekstslide
timer
1:00
Waar denk je aan bij verantwoord eten?
Slide 39 - Woordweb
Slide 40 - Video
Kortom.
Verantwoord eten doe je als:
- Je bewust vegetarier of veganist bent,
- Je alleen voedsel eet dat bij het seizoen past,
- Je erop let dat je niet teveel verpakkingsmiddelen
gebruikt.
Slide 41 - Tekstslide
Plantaardig
Dierlijk
Slide 42 - Tekstslide
Soorten voedingsstoffen
Bouwstoffen: eiwitten & water
Brandstoffen: Koolhydraten & vetten
Beschermende stoffen: vitaminen en mineralen
Slide 43 - Tekstslide
Bewegen
Helpt je om fit te blijven,
Helpt je een goede conditie te behouden,
Laat je lichamelijk en mentaal fitter voelen.
Het verlaagt de kans op (chronische) ziektes.
Het helpt je vitaal ouder worden. (la je ouder bent kan je langer de activiteiten blijven doen die je graag doet)
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Video
Hoeveel uur per dag moet je minimaal bewegen?
A
2 uur
B
1,5 uur
C
1 uur
D
meer dan 2 uur
Slide 46 - Quizvraag
Hoeveel keer per week moet je volgens de gezondheidsraad sporten?