221115 start zetpillen

15-11-22 Periode 6
Maag darm aandoeningen
Zelfzorg
Rectale toedieningsvormen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSPMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

15-11-22 Periode 6
Maag darm aandoeningen
Zelfzorg
Rectale toedieningsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken kennistoets 5
Alles in je tas!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel

Je weet hoe een zetpil gemaakt wordt en welke stoffen daarvoor gebruikt kunnen worden 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zetpil?
Een zetpil is een torpedovormige of kegelvormige toedieningsvorm met een gewicht van 1 tot 3 gram die via de anus (rectaal) ingebracht wordt.
Heeft een zetpil een lokale of systemische werking?

Slide 4 - Tekstslide

Systemische en lokaal.
Bijv. Lokale werking-> ZnO voor aambeien.
Paracetamol is systemisch

Wanneer wordt er gekozen voor een rectale toedieningsvorm?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zetpillen = suppositoria
Wanneer worden rectale toedieningsvormen gebruikt?

  • als de patiënt slecht of niet kan slikken
  • als de patiënt misselijk is of moet braken
  • als het rectum plaatselijk behandeld moet worden

Slide 6 - Tekstslide

Slecht slikken→ kinderen of volwassenen evt. met verminderde bewustzijn.
Andere rectale toedieningsvorm: klysma’s= oplossingen/ suspensie voor rectale toediening

 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar op de KNMP kennisbank kun je de basishandelingen vinden?
A
FNA
B
LNA-onderzoeksvoorschriften
C
LNA- procedures bereiding
D
LNA- procedures productzorg

Slide 8 - Quizvraag

Je mag zoeken op KNMP Kennisbank

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

"Schiet het zijn doel voorbij"
Zetpilinstructie via Apotheek.nl. De zetpil tot zo’n 2 cm in de anus inbrengen, bij kinderen tot 1 cm. Het rectum is goed doorbloed, daar dus de beste opname.
Orale inname heeft de voorkeur ivm onzekere en onregelmatige opnamen van het gnm.

Slide 12 - Tekstslide

Werkzame bestanddelen worden gemengd met hard vet.


Slide 13 - Tekstslide

Bij voorkeur niet opnieuw verwarmen.
Geen klontjes zichtbaar.
Mortier mag niet leeg geschrapt worden, alleen uitschenken.
Schoonschrappen van de strip, gestold maar niet uitgehard.

Slide 14 - Tekstslide

Lipofiel: de basis smelt bij lichaamstempt. na smelten komt gnm vrij.
Hydrofiel: de basis lost op in het vocht dat de rectum afscheidt, gnm komt vrij na oplossen.
Hydrofiel: de basisverdeling is één om twee (hoe hoger het getal, hoe vaster de basis). Het smelttraject is hoger dan die van de lipofiele basis, daarom geschikt voor warme landen. De hydrofiele basis is wel hygroscopisch, daarom bij voorkeur uitschenken met spuitflesmethode.

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer het gnm niet oplost, dan goed opletten dat de viscositeit zo is dat de zetpillen niet uitzakken. Dit wordt ook wel een suspensiezetpil genoemd.
Gnm opgelost dan is het dus een oplossing en kan deze niet uitzakken.
Dispergeren betekent?

Slide 16 - Open vraag

Homogeen verdelen/ mengen
Hoe verdeel je het geneesmiddel homogeen door het vet?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hulpstoffen 
- Triglycerdide saturata media = Miglyol 812:  verlaagt het smeltpunt van de zetpil, zodat ze in het lichaam snel zacht worden. Bijv. zinkoxide zetpillen
- Collodiaal siliciumoxide =Aerosil: wordt toegevoegd om agglomeraten (klontjes) fijn te wrijven → homogeen                 
- Lactose (180):  100 mg lactose/zetpil toevoegen wanneer er ≤50 mg/supp aan werkzame stof in zit. 
- Sojalecethine:   wordt toegevoegd bij bereidingen van zetpillen met grote hoeveelheden vaste stof (bijv. paracetamol 750 mg of meer) om het gietbaar te houden. Beïnvloed het stollingsproces niet noemenswaardig. 

Slide 18 - Tekstslide

Hulpstoffen om de kwaliteit van de zetpil te verbeteren of de bereiding te vergemakkelijken.
Miglyol bij ZnO gebruikt zodat de aambei smelt en er een beschermende zalflaag ontstaat. Kan ook toegevoegd worden bij terminale patiënten met een verlaagde lichaamstemperatuur. 
watervrij colloïdaal siliciumdioxide (Aerosil 200 V®, de verdichte vorm), met een maximum van 1% van het farmacon. 
Lactose toevoegen voor een mooie goede verdeling van vaste stof met de basis .
 Zinkoxide zetpillen -> 
werken licht indrogend en stillen de jeuk. Worden gebruikt bij jeuk en irritatie aan de anus door aambeien

Aerosil ->
ColloIdaal Siliciumoxide (ook gebruikt als "glijmiddel" bij capsules 

Sojalecithine ->
Meestal 2% toevoegen aan totaal poedermengsel, dit beïnvloed het stollingsproces niet! 
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?

Slide 19 - Tekstslide

Niet goed homogeen gehouden tijdens uitschenken. 
KNMP Kennisbank 
- Mortiermethode: roer telkens nadat 2-3 zetpillen zijn gegoten en controleer op homogeniteit.
- Spuitflesmethode: vul telkens 2-3 zetpillen uit en zwenk tweemaal om. Vul de vormen net overvol.
Vulwaarde -Overmaat -Verdringingsfactor
  • Vulwaarde = vulgewicht = hoeveelheid zetpilbasis per geheel gevulde zetpilvorm. (1,15ml / 2,3ml / 2,8ml)

  • Overmaat = extra aantal zetpillen berekenen → ivm verlies, gieten met kop, laatste twee zetpillen verwerpen.

  • Verdringingsfactor = een factor dat aangeeft hoeveel gram zetpilbasis verdrongen wordt door 1 gram gnm.  (Zie kennisbank voor tabel.) 

  • Verdringingswaarde = de hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.  
    →  Verdringingswaarde = hoeveelheid geneesmiddel × verdringingsfactor

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Bereiden van zetpillen 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies