In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H7: Stoom en fabrieken
1750-1848
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Huiswerk 7.2
Herhaling kernbegrippen 7.2
7.3 - Urbanisatie, levensomstandigheden en kinderarbeid
Slide 2 - Tekstslide
Opgaven
1b. Leg uit waarom de schaalvergroting in Engeland kan ontstaan.
Schaalvergroting = productiegroei per bedrijf
8. Bedenk waarom de explosieve Britse bevolkingsgroei leidt tot de groei van de textielindustrie. Leg je antwoord uit.
Meer mensen = meer kleding nodig
9a. Er ontstaat in Engeland steeds meer mechanisering. Noem het probleem dat de mechanisering met zich meebrengt.
Mechanisering kost veel energie en die is niet overal aanwezig
Slide 3 - Tekstslide
Opgaven
9c. Geef aan hoe Thomas Newcomen dit probleem oploste.
Probleem = onderlopen steenkoolmijnen
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt het verband uitleggen tussen industrialisatie en urbanisatie
Je kunt het verband uitleggen tussen liberalisme, socialisme en de Industriële Revolutie
Slide 5 - Tekstslide
7.3.1 Boeren worden arbeiders
Vorige hoofdstuk
Slide 6 - Tekstslide
Van boer naar arbeider
Verbeteringen in de landbouw:
Vruchtwisselsysteem
Aardappel/Maïs
Keerploeg
Slide 7 - Tekstslide
Van boer naar arbeider
Nieuwe uitvindingen:
Eerst in de textielindustrie:
Schietspoel (1733)
Spinning Jenny (1764)
Waterframe (1769)
Slide 8 - Tekstslide
Van boer naar arbeider
Uitvindingen in textielindustrie gebruiken eerst wind-/water-/paardenkracht. Door inzet van de stoommachine vindt enorme schaalvergroting plaats: de Industriële Revolutie
Slide 9 - Tekstslide
7.3.2 Fabrieken worden fabriekssteden
Slide 10 - Tekstslide
Urbanisatie
Arbeiders willen dicht bij de fabriek wonen
Rondom fabrieken ontstaan steden = urbanisatie
Door de nieuwe spoorwegen kan voedsel van het platteland komen
Slide 11 - Tekstslide
Arbeiderswijken
Goedkope woningen
Slecht gebouwd, klein, dicht op elkaar
Geen riolering, dus slechte hygiëne
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
7.3.3 De Sociale Kwestie
Slide 14 - Tekstslide
Sociale Kwestie
Sommige mensen worden erg rijk met de nieuwe industrie:
Bourgeoisie of Liberalen
Enkele Liberalen komen op voor de rechten van de arbeiders. Zij worden Socialisten genoemd
Slide 15 - Tekstslide
Sociale Kwestie
Liberalen:
Politieke stroming waarbij de individuele vrijheid heel belangrijk is. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen succes
Socialisten:
Groep die betere positie van arbeiders en armen wil. Samen sta je sterk.
Slide 16 - Tekstslide
Sociale Kwestie
De Sociale Kwestie is de discussie over de armoede van arbeiders, en wat de politiek daaraan moet doen.
Slide 17 - Tekstslide
www.tijdvoorgeschiedenis.nl
Slide 18 - Link
Sleep de begrippen naar het juiste blok
Liberalisme
Socialisme
Individuele verantwoordelijkheid
Weinig overheid
Samen sta je sterk
Arbeiders
Bourgeoisie
Wil wetgeving tegen uitbuiting
Wint in de loop van de 19e eeuw aan invloed
Houdt wetten tegen uitbuiting tegen
Slide 19 - Sleepvraag
Mechanisatie
Urbanisatie
Industriële Revolutie
Sociale Kwestie
Liberalisme
Machines vervangen handwerk
Wat moet de overheid doen aan armoede
Verstedelijking
Individuele vrijheid belangrijk
Periode van snelle mechanisering. Begint in Engeland