H6.2 Bestuiving

H6.2 Bestuiving
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6.2 Bestuiving

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling les H6.1

Slide 2 - Tekstslide

Meeldraden

Zijn de mannelijke voortplantinsorganen van de plant.


Ze bestaan uit: helmdraad en helmknop.


Slide 3 - Tekstslide

Stampers

Zijn de vrouwelijke voortplantingsorganen van de plant.


Sommige planten hebben 1 stamper, anderen hebben er meerdere.


Bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.


Slide 4 - Tekstslide

H6.2 Bestuiving

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is.
  • Je kunt kenmerken noemen van insecten en van windbloemen.

Slide 6 - Tekstslide

Bestuiving

Bestuiving:

Is het overbrengen van de stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.


Dit kan alleen als de stuifmeel op de stempel komt van DEZELFDE bloemensoort.


Er zijn 2 manieren van bestuiving:

via insecten 

via de wind

Slide 7 - Tekstslide

Bestuiving = stuifmeelkorrels op stempel zelfde soort

Slide 8 - Tekstslide

Nectar
Veel bloemen maken nectar

Nectar is een zoet sap en lokt insecten aan

Bijen maken honing van nectar

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Insectenbloemen:


De insecten zorgen voor de bestuiving.


Hebben grote, opvallende bladeren.

Windbloemen:


De wind zorgt voor bestuiving.



Vaak klein en onopvallend gekleurd

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waaruit bestaat een bloemkroon?
A
Meeldraden
B
stuifmeelkorrels
C
kroonbladeren
D
nectar

Slide 14 - Quizvraag

Waarom zijn kroonbladeren groot en opvallend?
A
Dat is mooi om te zien
B
Dan trappen de mensen er minder snel op
C
Dat heeft geen reden
D
Voor het aanlokken van insecten

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heten de mannelijke voortplantingsorganen?
A
meeldraden
B
helmhokje
C
helmknop
D
stuifmeel

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heten de vrouwelijke voortplantingsorganen?
A
zaadbeginsel
B
stampers
C
vruchtbegingsels
D
eicel

Slide 17 - Quizvraag

aan de slag
Maken: opdr 1 t/m 4 (vanaf blz. 175)

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
leren 6.2 
maken vanaf blz. 175: opdracht 1 t/m 6.

Slide 19 - Tekstslide