Kapitel 4 Lektion 5

Terugblik
Wanneer gebruik je im, am of um?
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik
Wanneer gebruik je im, am of um?

Slide 1 - Woordweb

Guten Tag!

Slide 2 - Tekstslide

Was werden wir heute machen?
- Lektion 5: Grammatik "dagindeling" 
- Aufgabe 5 zusammen
- selbständig arbeiten + woordjes doornemen

Slide 3 - Tekstslide

Dagindeling, Seite 36
2 opties:

1: met voorzetsel: dagdeel = met hoofdletter
2: zonder voorzetsel: dagdeel zonder hoofdletter, eindigt op s

Slide 4 - Tekstslide

Dagindeling, Seite 36
Hoe noem je de tijden in het Nederlands?
6-9 uur
9-12 uur
12-13 uur
13-18 uur
18-24 uur
0-6 uur

Slide 5 - Tekstslide

Dagindeling, Seite 36
6-9 uur         = Am Morgen           of      morgens
9-12 uur       = Am Vormittag        of      vormittags
12-13 uur     = Am Mittag             of       mittags
13-18 uur     = Am Nachmittag     of       nachmittags
18-24 uur     = Am Abend             of       abends
0-6 uur         = in der Nacht          of       nachts

Slide 6 - Tekstslide

11 Uhr
A
am Morgen
B
am Vormittag

Slide 7 - Quizvraag

3:30 Uhr
A
am Nachmittag
B
in der Nacht

Slide 8 - Quizvraag

19 Uhr
A
am Abend
B
am Nachmittag

Slide 9 - Quizvraag

22:15 Uhr
A
abends
B
nachts

Slide 10 - Quizvraag

17 Uhr
A
nachmittags
B
vormittags

Slide 11 - Quizvraag

8:55 Uhr
A
morgens
B
nachts

Slide 12 - Quizvraag

Aufgabe 5
Seite 34

Wie zegt welke uitspraak? Kies uit Ahmed of Bianca

Slide 13 - Tekstslide

Selbständig arbeiten + woordjes
Wörter Lektion 5: Seite 46

Hausaufgaben sind:
Machen: Lektion 4.5: 1-5-8-9-10
Lernen: Lektion 1-2-3-4-5

Morgen samen bespreken: Aufgabe 1

Slide 14 - Tekstslide

Abschluss
Hausaufgaben sind:
Machen: Lektion 4.5: 1-5-8-9-10
Lernen: Lektion 1-2-3-4-5



Slide 15 - Tekstslide