Toets H 2 en woorden 2.1 en 2.2

Is dit een voorbeeld van directe of indirecte ruil
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
Middelbare school

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Is dit een voorbeeld van directe of indirecte ruil
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 1 - Quizvraag

Iets kopen met geld is een voorbeeld van...
A
Indirecte ruil
B
Directe ruil
C
Wisselen
D
Gewoon ruilen

Slide 2 - Quizvraag

Je zet geld op de bankrekening.
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt

Slide 3 - Quizvraag

Betalen via internet, met je bankpas of met je telefoon heet

Slide 4 - Open vraag

Wat is rente?

Slide 5 - Open vraag

Wat is sparen?

Slide 6 - Open vraag

Noem de 3 geldfuncties

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de rente/ korting-formule?

Slide 9 - Open vraag

Op je bankrekening staat aan het begin van de week € 38,50.
Deze week wordt € 10 afgeschreven voor je telefoonabonnement. Met je pinpas betaal je € 4,95 voor een cadeautje. Je zakgeld van € 20 voor deze maand wordt bijgeschreven.
Bereken hoeveel het saldo op je bankrekening is na deze week.

A
€ 33,45
B
€ 73,45
C
€ 43,55
D
€ 3,55

Slide 10 - Quizvraag

In de uitverkoop zie je een spijkerbroek van € 75,-- Je krijgt 30% korting.
A. Bereken hoeveel euro korting je krijg.
B. Bereken wat je nu voor de broek betaalt.

Slide 11 - Open vraag

70% van € 1.250,--
A
€ 8,75
B
€ 875,--
C
€ 375,--
D
€ 1180,--

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Je krijgt € 30,-- korting op een jas van € 150,--. Hoeveel procent korting is dat?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de percentageformule?

Slide 15 - Open vraag

Thomas heeft € 3.500 op zijn spaarrekening staan.
Hij krijgt € 49 aan rente.
Bereken hoeveel de rente is in procenten van het spaargeld.

A
4,1%
B
7,1%
C
3,4%
D
1,4%

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Je hebt € 19,95 betaald voor een nieuw shirt. Het geld dat je verdiend
hebt met babysitten (€ 12,50) wordt op je rekening bijgeschreven.
Het saldo op je bankrekening is nu € 46,78.
Hoeveel was het vorige saldo op je bankrekening?

Slide 18 - Open vraag

Bekijk de afbeelding met
beroepen en jaarlonen.
Vergelijk de jaarlonen van
een chauffeur en een leraar.
Hoeveel verdient de leraar
per maand meer
dan de chauffeur?

A
€33.000,--
B
€24.000,--
C
€9.000,--
D
€750,--

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide