In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
De break-even afzet is 5000 producten. De prijs is 500 euro. Wat is de break-even omzet?
A
2.000.000 euro
B
2.500.000 euro
C
2.250.000 euro
D
2.750.000 euro
Slide 2 - Quizvraag
Hoe erg heb je economie gemist vorige week?
A
Enorm
B
Slecht van geslapen
C
Veel economie sommen gemaakt
D
Heel verdrietig geweest
Slide 3 - Quizvraag
Waar komt economie? 1 = leukste vak 10 = minst leuk vak
A
10!
B
9-7
C
6-4
D
1-3
Slide 4 - Quizvraag
Totale opbrengst is
A
TO = p x Q
B
TO = p/Q
C
TO = Q - p
D
TO = p + Q
Slide 5 - Quizvraag
Hoe bereken je de gemiddelde totale kosten?
A
TK/q
B
TCK/q
C
TVK/q
Slide 6 - Quizvraag
Een onderneming heeft te maken met de volgende opbrengsten en kosten functies. TK=5q + 2000 en TO = 10q. Hoe hoog zijn de variabele kosten per product.
A
5
B
5q
C
2000
D
10
Slide 7 - Quizvraag
CK: 36000 euro, VK: 1 euro
Wat zijn de totale kosten bij 30.000 stuks?
A
36.000 euro
B
66.000 euro
C
30.000 euro
D
6.600 euro
Slide 8 - Quizvraag
De totale kosten van het bedrijf met deze kostenfunctie bedragen bij q = 3
A
0
B
38
C
46
D
114
Slide 9 - Quizvraag
De totale kosten van het bedrijf met deze kostenfunctie bedragen bij q = 4
A
64
B
148
C
184
D
46
Slide 10 - Quizvraag
CK: 36000 euro, VK: 1 euro
Wat zijn de gemiddelde totale kosten bij 30.000 stuks?
A
2,2 euro
B
2,5 euro
C
2,0 euro
D
2,1 euro
Slide 11 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt de afzet en omzet bij maximale winst berekenen
Je kunt berekenen bij welke afzet en omzet de winst 0 is
Je kunt uit totale kosten de gemiddelde kosten berekenen en andersom
Je kunt een grafiek tekenen van een functie
Slide 12 - Tekstslide
Drie bedrijfsdoelen
1. Maximale winst
2. Winst = 0 (dit wordt: break-even genoemd)
3. Maximaal marktaandeel (maar dat komt later)
Slide 13 - Tekstslide
Winst = 0
Als de totale omzet gelijk is aan de totale kosten, speel je quite. Oftewel: je maakt geen winst en geen verlies.
winst = 0 is bij TO = TK.
Dit wordt ook wel het break-even punt genoemd. De afzet (q) die hierbij hoort is de break-even afzet. De omzet die hierbij hoort is de break-even omzet.