Hoofdstuk 3. Dieren en Planten - Paragraaf 3.3 Energierijke stoffen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verwachtingen
- Wat ik van jullie verwacht:
  • Spullen voor elkaar (etui met pen, potlood, gum en kleurtjes, liniaal)
  • Iets vergeten? Zeg dat aan het begin van de les.
  • Als iemand aan het woord is luister je.
  • Aantekeningen maken

- Wat jullie van mij verwachten:

Slide 2 - Tekstslide

Wat verwachten jullie
van mevrouw Reemer?

Slide 3 - Woordweb

Wat hebben jullie de afgelopen maanden allemaal behandeld met mevrouw Hagels?

Slide 4 - Open vraag

De methode
Nectar – Digitaal
Tekstboek en werkboek op iPad
Scores bijhouden
Veel ondersteunend materiaal – oordopjes mee!


Hoe gaan we ermee werken:
Magister inloggen en methode aanklikken
Theorie met opdrachten en practicum wisselen

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je nog van 3.1 en 3.2?

Slide 6 - Tekstslide

De hoeveelheid zuurstof in de lucht is een _________ factor
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 7 - Quizvraag

Concurrentie is een ___________ factor
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 8 - Quizvraag

Is het Meijnerswijk in Arnhem een ecosysteem?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

voorjaarsbloeiers
Klimplanten
wortelrozetten
woestijnplanten
bloeien voordat er bladeren aan de bomen komen
zorgen ervoor dat de planten genoeg ruimte voor zichzelf hebben, zodat hij genoeg mineralen en water tot zijn beschikking heeft. 
groeit langs de boomstam richting het licht.
hebben aanpassingen om waterverlies tegen te gaan. (bijna geen bladeren, dikke waslaag, of een dikke bladeren 

Slide 10 - Sleepvraag

Een mens heeft
A
knipkiezen en hoektanden
B
knobbelkiezen, hoektanden en snijtanden
C
richelkiezen en snijtanden

Slide 11 - Quizvraag

Een mens is een ...
A
omnivoor
B
carnivoor
C
herbivoor

Slide 12 - Quizvraag

De kerkuil is een echte jager. Het liefst pakt hij muizen om op te eten. Welke poten zal een steenuil hebben?
A
Steltpoten
B
Grijppoten
C
klimpoten
D
zwempoten

Slide 13 - Quizvraag

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 14 - Sleepvraag

Hierin maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen, zoals glucose.
A
balderen
B
stengel
C
wortel
D
alle groene onderdelen van de plant

Slide 15 - Quizvraag

Wat is c? Waar vervoert het stoffen naartoe?
A
houtvat, omhoog
B
bastvat, omhoog
C
houtvat, naar beneden
D
bastvat, naar beneden

Slide 16 - Quizvraag

Houtvat zorgt voor transport van?
A
water en glucose
B
assimilatieproducten
C
water en voedingszouten
D
water en zuurstof

Slide 17 - Quizvraag

Een plant neemt stoffen op uit de omgeving. Welke drie stoffen neemt een plant uit de omgeving op?
A
koolstofdioxide, lucht, mineralen
B
water, mineralen, koolstofdioxide
C
glucose, koolstofdioxide, water
D
mineralen, water, zuurstof

Slide 18 - Quizvraag

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water opnemen
voedsel maken
Blad
water vervoeren

Slide 19 - Sleepvraag

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 20 - Quizvraag

Welke groep doet aan fotosynthese?
A
Bacteriën
B
Dieren
C
Planten
D
Schimmels

Slide 21 - Quizvraag

3.3 energierijke stoffen

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Hoe een plant glucose maakt en hier energie uithaalt.
  • Hoe de gassen in en uit het blad gaan.
  • Waar de plant voeding opslaat.
  • Wat wij eten van een plant

Slide 23 - Tekstslide

Begrippen
  • Fotosynthese-Gaswisseling- Verbranding
  • Eiwitten - Cellulose- Zetmeel- Suiker- Vetten
  • Bollen-Knollen-Rokken-Zaden- Kiemen
  • Kleurstofkorrels- bladgroenkorrels- Zetmeelkorrels

Slide 24 - Tekstslide

Fotosynthese
  • Fotosynthese is het proces waarbij de plant glucose maakt.

  • Nodig: Zonlicht, water en koolstofdioxide.
  • Maakt: Glucose en zuurstof.

  • Glucose bevat energie en is dus een energierijke stof.

Slide 25 - Tekstslide

Verbranding
  • Verbranding is het proces waarbij energie wordt vrijgemaakt uit glucose.
  • Cellen breken glucose af met behulp van zuurstof (energie komt vrij).
  • Er onstaan 2 afvalstoffen: Koolstofdioxide en water.

Slide 26 - Tekstslide

Gaswisseling
  • Gassen gaan in en uit het blad via de huidmondjes, dit heet gaswisseling.

  • Overdag gaat zuurstof uit het blad en koolstofdioxide naar binnen (via de huidmondjes).

  • 's nachts gaat koolstofdioxide uit het blad en zuurstof naar binnen (via de huidmondjes).

Slide 27 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 28 - Tekstslide

Voedingsstoffen
  • Eiwitten en cellulose zijn bouwstoffen.
  • Vitaminen zijn beschermende stoffen.
  • Zetmeel, suiker en vetten worden gebruikt als reservevoedsel.

  • Reservevoedsel wordt opgeslagen in:
  1. Knollen
  2. Bollen
  3. Zaden

Slide 29 - Tekstslide

Verschillende soorten korrels

Slide 30 - Tekstslide

Aan het werk
Hoofdstuk 3. Planten en dieren
Paragraaf 3.3 Energierijke stoffen
Maken opdracht 1 t/m 25 (blz. 157 t/m 168)

BEN JE KLAAR?
- Test jezelf maken 
- Maak een begrippenlijstje en/of ga oefenen met QUIZLET
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Kahoot!
Ga naar de app Kahoot! en log in met de code

OF

Ga naar kahoot.it en log in met de code

Slide 32 - Tekstslide