2H1 maandag 6 februari 2023

Welkom!
Welkom 2H1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom 2H1

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les 2H1
maandag 6 februari 2023


Programma:

  • Aftrap
  • Aanwezigheid
  • Huiswerk
  • Aan de slag H3 Grammatica blz 118 en 119
  • Afsluiting
Doel van de les:
Ik kan bijvoeglijke bepalingen en bijstellingen in een zin vinden.



Slide 2 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken
  1. Lesboek, schrift en leesboek altijd mee
  2. Stilte tijdens instructie en vragen
  3. Rustige leeromgeving
  4. Afspraak niet nakomen = sanctie

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdracht 1 en 2 Bladzijde 118 en 119

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Bladzijde 118 en 119

Slide 6 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling


Zinsdelen
Zinsdeelstuk

Slide 7 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
- Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Voorbeeld
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij onze voetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?) 
onze = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 9 - Tekstslide

Tip: welk/wat voor + zelfst. nw.?
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

En ja! Het lijkt heel veel op een bijvoeglijk naamwoord als je de woorsoorten moet genoemen.

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Maken opdracht 3 en 4 
Bladzijde 118 en 119

Klaar?
Verder met bladzijde 120 en 121
Telwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Einde les

Slide 12 - Tekstslide