1.3 Communicatie (zelfstandig)

H1: Gedrag
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H1: Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Doel en begrippen 1.3
7. Je licht het belang toe van signalen bij communicatie.
8. Je legt uit wat ritueel gedrag is.
9. Je herkent verschillende typen conflictgedrag.
10. Je licht het belang toe van een taakverdeling voor de

Signalen, ritueel gedrag, balts, conflictgedrag, ambivalent gedrag, omgericht gedrag, overspronggedrag, dreiggedrag.

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie

Slide 3 - Tekstslide

Ritueel gedrag
Een vaste serie gedragselementen die van tevoren vaststaan en voorbereiden op uiteindelijk gedrag

Zoals bijvoorbeeld baltsgedrag of begroetingsgedrag 

Slide 4 - Tekstslide

Baltsgedrag
Soortsspecifiek gedrag dat aan de paring vooraf gaat en:

- de bereidheid tot paring vergroot
- agressie vermindert
- de band tussen de partners verstevigt

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

Territoriumgedrag
  • Door een territorium te vormen wordt een zekere hoeveelheid voedsel of ruimte veiliggesteld
  • Territorium vermindert conflicten tussen soortgenoten
  • Mannetje verdedigt het gebied tegen binnendringende soortgenoten
  • Dreiggedrag op de grens

Slide 8 - Tekstslide

Dreiggedrag
Op de grens van het territorium vertonen dieren vaak dreiggedrag

Waarom gaan ze niet meteen in de aanval?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Rangorde (pikorde)
  • Imponeergedrag: zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maken. Vaak door dominant mannetje
  • Verzoeningsgedrag staat vaak tegenover het dreiggedrag van dominante mannetje: een signaal dat de agressie van dominante mannetje doet afnemen
  • Rangorde vergroot voorspelbaarheid en voorkomt conflict en stress. 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld: Maak een rangorde van de mannetjes, begin bij het meest dominante mannetje. 
Hoe pak je dit aan?

Slide 12 - Tekstslide

1.3 Lezen:
"Conflictgedrag"

Slide 13 - Tekstslide

Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.


Gaat om een INTERN conflict.

Slide 14 - Tekstslide

Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.

Bijv. op de grens van een territorium: 

Twee tegengestelde gedragssystemen tegelijkertijd zichtbaar, vluchten en vechten

Slide 15 - Tekstslide

Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object


Wie slaat er wel eens met de deur als hij boos is? 

Het gedragssyteem agressie wordt op iets heel anders gericht

Slide 16 - Tekstslide

Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie.
Bijv. bij spelagressie. Om een intern conflict op te lossen (spelen of vechten?) gaan dieren soms maar heel iets anders doen, zoals zichzelf likken om de stress te verminderen.

Slide 17 - Tekstslide

ambivalent gedrag
oversprong-
gedrag
Omgericht gedrag
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je hebt net je rijexamen afgelegd, waarvoor je heel zenuwachtig was. Je krijgt je resultaat terug en je bent geslaagd. Je huilt van blijdschap.
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

Slide 18 - Sleepvraag

Opdrachten
- Maken nectar digitaal 1.3 (route B)

Slide 19 - Tekstslide