Genexpressie

Mini Test Jezelf n.a.v. theorie genexpressie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Mini Test Jezelf n.a.v. theorie genexpressie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is genexpressie?
A
het tot uiting komen van een gen
B
het afgelezen worden van een gen
C
het maken van eiwitten op ribosomen
D
het maken van verschillende celtypen

Slide 2 - Quizvraag

Genexpressie is het tot uiting komen van genen. Hiervoor moet het gen afgelezen worden, en worden vertaald naar een eiwit. Genexpressie zorgt ervoor dat er verschillende celtypen (kunnen) bestaan. 
Welke uitspraak over genexpressie is NIET waar?
A
Iedere celkern van je lichaam bevat precies dezelfde genen
B
Het tot uiting komen van een gen wordt genexpressie genoemd
C
Genen kunnen niet alleen 'aan' of 'uit' staan, maar ook 'harder' of 'zachter'
D
Welke genen 'aan' of 'uit' staan in een bepaald celtype is een willekeurig proces

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de situatie?
A
Veel lactose, repressor inactief
B
Veel lactose, repressor actief
C
Weinig lactose, repressor inactief
D
Weinig lactose, repressor actief

Slide 4 - Quizvraag

Er is veel lactose en de repressor is inactief. Dit kan je zien aan het feit dat de structuurgenen worden afgelezen. De structuurgenen worden alleen afgelezen als de repressor inactief is, en de repressor is alleen inactief als er veel lactose is. 
Sleep de juiste definitie naar de juiste uitleg....
Aan- of uitzetten van genen in een cel
DNA - RNA - eiwit
Cellen die zich kunnen ontwikkelen tot elk celtype
Geprogrammeerde celdood
Bestudeert omkeerbare veranderingen in DNA  zonder verandering in  nucleotiodevolgorde
Genregulatie
Genexpressie
Apoptose
Stamcellen
Epigenetica

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

structuurgenen
Regulatorgen
Lactose
Transcriptie
Translatie
Repressor
Lactase

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een mogelijke functie van een regulatorgen bij prokaryoten?
A
Het codeert voor een stof die RNA-polymerase blokkeert
B
Het codeert niet voor een stof maar bindt transcriptie factoren
C
Het leidt RNA-polymerase naar promotor
D
Het codeert voor stofwisselingsenzymen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je transcriptiefactoren die leiden tot meer genexpressie?
A
enhancer
B
repressor
C
activator

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vraag 29 (blz. 102)

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 29 hoort bij deze afbeelding. Je ziet hier de structuurgenen die betrokken zijn bij de synthese van tryptofaan. Deze genen worden afgelezen als er niet genoeg tryptofaan in de omgeving is. 
Is tryptofaan een inductor of corepressor?
A
Inductor
B
Corepressor
C
Geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een inductor aan een repressor bindt, wordt de repressor dan actief of inactief?
A
Actief
B
Inactief
C
Geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke moleculen zullen vaak als corepressors werken?
A
Substraatmoleculen
B
Reactieproducten
C
Geen idee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies