Formuleren les 7

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 3
1. Een van de architecten, die goed met tekenprogramma’s kon omgaan, heeft dit huis ontworpen.
Eén architect kan goed met tekenprogramma's omgaan en heeft het huis ontworpen
2. Een van de architecten die goed met tekenprogramma’s konden omgaan, heeft dit huis ontworpen.
Naast architecten die niet goed met tekenprogramma's kunnen omgaan, zijn er architecten die dat wel kunnen. Eén van hen heeft het huis ontworpen.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 3
3. Een van de architecten, die goed met tekenprogramma’s konden omgaan, heeft dit huis ontworpen.
Alle architecten kunnen goed omgaan met tekenprogramma's en één van hen heeft het huis ontworpen.

Opdracht 4
B. congruentie

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 4
Goed
Fout
Discutabel
F
B
A
H
E
C
G
D

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 4
Verdeel de formuleringsfouten uit het boek in categorieën op basis van deze les. Je mag zelf deze categorieën bedenken. Je mag ook bepalen hoeveel categorieën je bedenkt.
Onjuiste herhaling – tautologie – pleonasme – contaminatie – dubbele ontkenning – onjuist verwijswoord – onduidelijk verwijswoord – incongruentie – dat/als-constructie – foutieve samentrekking – foutieve beknopte bijzin – losstaand zinsgedeelte – zinnen ten onrechte samenvoegen – onjuiste inversie – geen symmetrie

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 4
Formuleringsfouten die altijd fout zijn
Onjuiste herhaling, onjuist/onduidelijk verwijswoord, incongruentie, dat/als-constructie, foutieve samentrekking, foutieve beknopte bijzin, zinnen ten onrechte samenvoegen, onjuiste inversie, geen symmetrie
Formulerings'fouten' die de stijl kunnen versterken of verzwakken, afhankelijk van de context
Tautologie, pleonasme, contaminatie, dubbele ontkenning, losstaand zinsgedeelte

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

"Oh wat vervelend! Corine, heb je veel last van klachten of valt het mee?"
Is er volgens jou sprake van een formuleringsfout in dit bericht? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag:
  • Je evalueert taalkwesties om te beargumenteren of deze stijlversterkend of stijlverzwakkend werken;
  • Je herkent congruentiegevallen en beargumenteert hoe deze juist kunnen worden behandeld. 

Slide 10 - Tekstslide

Foregrounding
  • afwijkend taalgebruik
  • opvallend effect

    "Je laat iets opvallen door het te gebruiken op een manier waaraan men niet gewend is"  
    stijlversterking

Slide 11 - Tekstslide

Voor de volgende keer:
Maak uit de reader opdracht 8 en 9
Lees paragraaf 4.4.2 op blz. 12 en 13 in de reader

Slide 12 - Tekstslide