Inhoud les 1

Rekenen
Inhoud
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen
Inhoud

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen in 4 domeinen
Getallen: behandeld 
Verhoudingen: behandeld
Meten en meetkunde: periode 3
Verbanden: periode 4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het?
Ieder vlak figuur heeft een omtrek en oppervlakte
  • De omtrek is de rand die om het figuur heen past
  • De oppervlakte is het vlak van een object dat bedekt kan worden
  • De inhoud is de hoeveelheid ruimte binnenin het figuur

Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de maateenheid en dit erbij vermeld


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechthoek
Omtrek
 Van een rechthoek is de omtrek:
2 x de lengte + 2 x de breedte

Oppervlakte

Van een rechthoek is de oppervlakte:
de lengte x de breedte

Slide 5 - Tekstslide

Een vierkant is een rechthoek met vier gelijke zijden. De berekeningen voor de omtrek en oppervlakte voor een vierkant zou je daarom nog kunnen vereenvoudigen naar:

Omtrek: 4 x zijde
Oppervlakte: zijde2
driehoek
Omtrek
De omtrek van een driehoek is:
de lengte van alle zijden bij elkaar opgeteld 

Oppervlakte
De oppervlakte van een driehoek is:
(basis x hoogte): 2 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkel
Omtrek
De omtrek van een cirkel is:
π x diameter of π x (2 x straal)

Oppervlakte
De oppervlakte van een cirkel is:
π x straal x straal of π x straal2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van oppervlakte 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt met omtrek en oppervlakte :
  • Je kan de oppervlakte van een driedimensionale figuur uitrekenen
  • Je kan de inhoud uitrekenen van verschillende figuren
  • Je kan de inhoud omrekenen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte van een driedimensionale figuur uitrekenen
Wat is de totale oppervlakte van de verpakking?

Stap 1
Bedenk wat de oppervlaktes van de vlakken zijn.
Ze hebben allebei een oppervlakte van 50 cm2.
Het zijvlak heeft een oppervlakte van 750 cm2.
 
Stap 2
Reken de totale oppervlakte uit.
50 cm2 + 50 cm2 + 750 cm2 = 850 cm2
De totale oppervlakte van de verpakking is 850 cm2.






Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van een balk
Inhoud
Van een balk is de inhoud:
lengte x breedte x hoogte

Slide 11 - Tekstslide

Een kubus is een balk met gelijke zijden. De oppervlakte van een kubus is daarom makkelijker uit te rekenen. Je doet 6 x de oppervlakte van één van de vierkanten. Dus: 6 x zijde².

Jan wilt de inhoud van een kamer in kubieke meter (m3) weten.
De afmeting van de kamer is: breed 3,8 m; lang 75 dm en hoog 260cm.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van een cilinder
Inhoud
Van een cilinder is de inhoud:
grondoppervlakte x hoogte

Slide 13 - Tekstslide

Een kubus is een balk met gelijke zijden. De oppervlakte van een kubus is daarom makkelijker uit te rekenen. Je doet 6 x de oppervlakte van één van de vierkanten. Dus: 6 x zijde².

Wat is de inhoud van deze cilinder in cm3?
A
384
B
1206
C
3619
D
4608

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud omrekenen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de inhoud van het pak melk in liter?
A
0,75
B
1
C
1,25
D
1,5

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kubieke decimeter is de inhoud van een opslagbox ‘Formaat S’?
A
0,5
B
50
C
500
D
5000

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Aan de slag in  met:
Domein: Meten en meetkunde
onderdelen: Hoofdstuk 10


Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies