6-10-2022 les 8

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • laptop(dicht)/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
--> Als de 2 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • laptop(dicht)/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
--> Als de 2 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!

Slide 1 - Tekstslide



Hoffentlich hattest du ein gutes Wochenende.

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- herhaling stof SO
- zelfstandig werken
- spreken oefenen

Slide 3 - Tekstslide

SO op 17 october
- het werkwoord vervoegen (basisregel/stam op -s klank)
- lidwoorden basisregel / aanvullende regels
- zelfstandig naamwoord naar persoonlijk voornaamwoord
- haben en sein
- vraagwoord 

Slide 4 - Tekstslide

spielen
A
basisregel
B
stam op s-klank regel

Slide 5 - Quizvraag

heißen
A
basisregel
B
stam op -s regel

Slide 6 - Quizvraag

Ich __________ in den Niederlanden.
wohnen
A
wohnt
B
wohnen
C
wohne
D
wohnst

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

wat klopt hier niet?
Ihr haben

Slide 9 - Open vraag

Is dit goed of fout?
Wo wohnst du?

Slide 10 - Open vraag

Richtig oder falsch?
Das Kind sind sehr nett.

Slide 11 - Open vraag

vul in: haben of sein?
Ich ...... zwei Brüder
A
bin
B
sind
C
habe
D
habt

Slide 12 - Quizvraag

vul in: haben of sein?
........ du auch eine Katze?
A
habt
B
hast
C
bist
D
binne

Slide 13 - Quizvraag

vul in: haben of sein?
Wir .... jetzt in der Schule.
A
haben
B
seid
C
sind
D
habt

Slide 14 - Quizvraag

Ihr ______ nach Amerika.
reisen
A
reisen
B
reist
C
reisten
D
reis

Slide 15 - Quizvraag

_________ Kinder sind sieben Jahre alt.

A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Das Kind spielt.
______ spielt.
Vervang het zelfstandig naamwoord.
A
er
B
sie
C
es

Slide 17 - Quizvraag

Wo ________ wir?
vul de vorm van sein in.
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 18 - Quizvraag

Het vraagwoord

Slide 19 - Tekstslide

zelfstandig en stil werken:

online : 
- 1.5  opdracht 8a + 8b


Slide 20 - Tekstslide

Hausaufgaben
-2.3 opdracht 1 / 2 / 3 / 5a / 5b

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord naar persoonlijk voornaamwoord

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide