H6 - Les 6 - Construeren en vergroten

Welkom
Wat heb je nodig vandaag?

Pen

Geodriehoek

Schrift met ruitjes
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Wat heb je nodig vandaag?

Pen

Geodriehoek

Schrift met ruitjes

Slide 1 - Tekstslide

Voordat we beginnen...

  • Uiterlijk vandaag krijg je antwoord op je vraag.

  • Morgen toets inhalen.

  • Zaterdag deadline PO.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige keer
Lenzen kunnen beelden maken die groter of kleiner zijn dan het oorspronkelijke voorwerp.

Met de tekenregels kun je het beeld wat ontstaat "construeren". 

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Korte herhaling vorige keer.

  • Oefenen beeld construeren.

  • Uitleg over vergrotingsfactor en beelden.

  • Oefenen construeren én vergrotingsfactor.

Slide 4 - Tekstslide

Gister hebben we 3 tekenregels besproken.

Hoeveel van deze regels heb je nodig om een beeld te kunnen tekenen?
A
1
B
2
C
3

Slide 5 - Quizvraag

Twee tekenregels nodig 
1) De lichtstraal door het optisch midden wordt niet gebroken

2) De lichtstraal die loodrecht op de lens komt breekt door het brandpunt.

Slide 6 - Tekstslide

Twee tekenregels nodig 
1) De lichtstraal door het optisch midden wordt niet gebroken

2) De lichtstraal die loodrecht op de lens komt breekt door het brandpunt.
3) Alle lichtstralen die uit hetzelfde punt vertrekken komen in een zelfde punt samen

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 31a
Construeer het beeld van voorwerp AB.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 31a
Construeer het beeld van voorwerp AB.

Slide 9 - Tekstslide

Oefenopdracht
Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 10 - Tekstslide

Construeer het beeld van voorwerp AB.
timer
4:00

Slide 11 - Open vraag

Oefenopdracht
Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 12 - Tekstslide

Oefenopdracht
Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 13 - Tekstslide

Twee soorten beelden
Beeld achter een spiegel.
Virtueel beeld
Beelden die je kunt projecteren.
Reëel beeld

Slide 14 - Tekstslide

Lenzen vergroten of verkleinen

Slide 15 - Tekstslide

Vergrotingsfactor
De verhouding tussen de lengte van 
het beeld en de lengte van het voorwerp 
heet de vergrotingsfactor. 
N=LvLb
N = vergrotingsfactor
    = lengte van het beeld
    = lengte van het voorwerp
Lb
Lv

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld vergroting
Bepaal de vergroting.


N=LvLb
N=31=0,33

Slide 17 - Tekstslide

Oefenopdracht 2
a) Construeer het beeld van voorwerp AB
b) Bepaal de vergroting

Slide 18 - Tekstslide

Construeer het beeld van voorwerp AB.
timer
4:00

Slide 19 - Open vraag

Oefenopdracht 2
a) Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 20 - Tekstslide

Oefenopdracht 2
a) Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 21 - Tekstslide

Bepaal de vergroting.

Slide 22 - Open vraag

Oefenopdracht 2
b) Bepaal de vergroting
N=LvLb
N=21=0,5

Slide 23 - Tekstslide

Samenvatting
Je kunt het beeld van een voorwerp tekenen door het beeld van de bovenkant én onderkant te tekenen.

Reëele beelden zijn beelden die je kunt projecteren.

Je kunt de vergroting berekenen 
met                    . 
N=LvLb

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk havo
Opdracht 
26 en 32
(blz 191 - 192)


  • Voor dinsdag na de vakantie.

Wil je zelfstandig werken en heb je geen vragen? Dan mag je de meeting verlaten.

Slide 25 - Tekstslide