AFPG-D-6 Ziektebeelden infectieziekten

Ziektebeelden
Infectieziekten
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ziektebeelden
Infectieziekten

Slide 1 - Tekstslide

opfrissen, wat weet je nog van vorige week
Eczeem = jeukende huiduitslag
Furunkel = steenpuist
Melanoom = kwaadaardige moedervlek
Acne vulgaris = jeugdpuistjes
Herpes simplex = koortslip
Intertrigo= smetten
Scabies = schurft

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt van ziektebeelden benoemen wat de naamsverklaring, oorzaken, symptomen, behandelingen en complicaties zijn
  • Je kunt de definitie van de medische terminologie beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Infectieziekten, termen
Besmetting: overgang van de smetstof van het ene lichaam / voorwerp op een ander lichaam / voorwerp

Infectie: niet-lichaamseigen infectieuze agentia (bv micro-organismen) zijn het lichaam binnengedrongen en hebben zich vermenigvuldigd

Ontsteking: de reactie van weefsel op een schadelijke prikkel

Slide 4 - Tekstslide

Infectieziekten, termen
Antigeen: stof die door het afweersysteem als lichaamsvreemd wordt beschouwd en aanleiding geeft tot de productie van antistoffen

Antistof = antilichaam: stof die aanwezig is in het lichaam en zich richt tegen het antigeen. Wordt gemaakt na contact met antigeen

Slide 5 - Tekstslide

Infectieziekten, afweer
Afweer:

Aspecifieke afweer: afweer van het lichaam tegen alle mogelijke ziekteverwekkers

Specifieke afweer: afweer tegen een specifieke pathogeen of ziekteverwekker, immuunsysteem  immuniteit


Slide 6 - Tekstslide

Aspecifieke afweer, eerste linie
  • huid laat weinig door
  • zweet en talg zijn een beetje zuur (te zuur voor bacteriën)
  • speeksel, traanvocht, slijm bevatten antibacterieel enzym
  • slijm op trilharen van het slijmvlies vangt veel weg
  • maagslijmvlies maakt zoutzuur, te zuur voor veel ziekteverwekkers
  • slijm van vagina is beetje zuur
  • urine spoelt urinewegen schoon
  • slijmvlies en huid bevatten ‘goede bacteriën’ die beschermen tegen ziekteverwekkers (scheiden stofjes uit)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Aspecifieke afweer, tweede linie
Granulocyten: zijn witte bloedcel, worden aangetrokken door alarmstoffen van beschadigde lichaamscellen en afvalstoffen van ziekteverwekkers, kunnen door wanden van bloedvaten kruipen naar het weefsel toe, fagocyteren ziekteverwekkers

Macrofagen: zijn grote witte bloedcellen, in het bindweefsel overal in het lichaam, ruimen ziekteverwekkers op

Slide 9 - Tekstslide

Aspecifieke afweer, tweede linie
Killercellen: zijn witte bloedcellen gemaakt door zwezerik, vernietigen de aangetaste lichaamscellen, maar ook abnormale lichaamscellen (bv tumorcellen)

Interferonen: zijn eiwitten die lichaamscellen maken als ze worden aangevallen, zijn alarmstoffen die granulocyten aantrekken

Slide 10 - Tekstslide

Infectieziekten

Slide 11 - Tekstslide

Specifieke afweer
Antigenen: stoffen gevormd door ziekteverwekkers, of eiwitten die aan buitenzijde van lichaamsvreemde stoffen zitten.
Antigenen lokken een afweerreactie van het immuunsysteem uit door lymfocyten te mobiliseren.


Er zijn 2 soorten lymfocyten:
  • B-lymfocyten
  • T-lymfocyten

Slide 12 - Tekstslide

Specifieke afweer
B-lymfocyten: vermeerderen bij nieuw antigeen, maken antistoffen, antistof maakt ziekteverwekker onschadelijk, na verloop van tijd verdwijnen de meeste antistoffen maar de B-lymfocyt onthoudt wel het antigeen

T-lymfocyten: vermeerderen bij nieuw antigeen, deze cellen vallen de besmette of abnormale lichaamscellen aan, maakt T-geheugencellen voor de volgende besmetting en T-helpercellen die de B en T-lymfocyten ondersteunen

Slide 13 - Tekstslide

Specifieke afweer
  • Immunisatie: opbouwen van immuniteit
  • Gaat vaak op natuurlijke manier, ‘spelen in zandbak’
  • Ook door vaccinatie, inbrengen van verzwakte ziekteverwekker (actieve immunisatie), tetanus, hepatitis-B, hersenvliesontsteking
  • Antistoffen in het lichaam brengen (passieve immunisatie), bij mensen met lage weerstand, baby’s antistoffen via placenta

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Meningitis
= hersenvliesontsteking

Oorzaak: virus of bacterie ( meestal erger)

Slide 16 - Tekstslide

Meningitis
Symptomen baby’s / peuters:
  • stuiptrekkingen
  • slecht drinken
  • luierpijn, pijn bij aanraken
  • klagelijk huilen, hoog schril huilgeluid
  • nekstijfheid, alleen kunnen zitten met handen achter romp
  • braken
  • soms lage temperatuur

Slide 17 - Tekstslide

Meningitis
Symptomen oudere kinderen:
  • hoge koorts
  • nekstijfheid, hoofdpijn
  • sufheid
  • bij buigen van het hoofd worden de knieen gebogen
  • rode, puntachtige vlekjes (petechiën)

Slide 18 - Tekstslide

Infectieziekten

Slide 19 - Tekstslide

Meningitis
Behandeling:
  • directe ziekenhuisopname
  • antibiotica
Complicaties:
  • overlijden door sepsis (bloedvergiftiging)
  • blijvend hersenletsel


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Chlamydia
Oorzaak: bacterie die zich nestelt in de slijmvliezen van de geslachtsdelen


Symptomen:
Mannen: pijn bij het plassen, afscheiding uit de plasbuis
Vrouwen: afscheiding, pijn in de onderbuik, onregelmatig bloedverlies

Slide 22 - Tekstslide

Chlamydia
Behandeling: antibiotica


Complicaties:
  • onvruchtbaarheid bij vrouwen (jaarlijks 1000)
  • verhoogde kans op buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Slide 23 - Tekstslide

Chlamydia, weetjes...
  • is een soa
  • onder jongeren de meest voorkomende soa
  • de meeste vrouwen met deze soa merken het niet waardoor behandeling laat wordt begonnen
  • test: via urine, uitstrijkje vagina of anus
  • partners worden ook behandeld (website partnerwaarschuwing.nl)

Slide 24 - Tekstslide

Infectieziekten
Urethritis

Cervicitis

Slide 25 - Tekstslide

Buikgriep = gastro-enteritis
Is een acute ontsteking van het slijmvlies van maag en darmen door een infectie

Oorzaken:
  • Virus: norovirus, rotavirus, astrovirus, norwalkvirus
  • Bacteriën: salmonella, campylobacter, escherichia coli (E.coli)

Slide 26 - Tekstslide

Buikgriep = gastro-enteritis
Symptomen:
  • misselijkheid en overgeven
  • buikkrampen met diarree
  • koorts, hoofdpijn
Symptomen verdwijnen meestal na 1 – 4 dagen
Complicaties:
Uitdroging met als gevolg overlijden (baby’s, ouderen, mensen met diabetes mellitus of nierziekte)



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Buikgriep, 2 voorbeelden
Norovirus, zit in: ontlasting, braaksel (tot 3 weken)
Besmetting via: handen, wc-bril, spoelknop, kraan, deurklink, speelgoed, bestek, servies, eten, ook tijdens braken kan via de lucht het virus terecht komen op spullen, eten, servies, etc,

Salmonella, zit in: rauwe dierlijke levensmiddelen, pluimveevlees, kalfs en varkensvlees, eieren en zuivelproducten, groenten en fruit
Besmetting via: eten van bovenstaande

Slide 29 - Tekstslide

uitwerking ziektebeelden
Leerteam 1:  Bof, Kinkhoest, Mazelen, Waterpokken (Varicella), Tetanus

Leerteam 2: Hepatitis B, Aids, MRSA, Buikgriep (Gastro-enteritis), Norovirusinfectie

Leerteam 3: Chlamydia, Gonorroe, Syfilis (Lues), Ziekte van Pfeiffer

Leerteam 4: Trichomonas, Candida, Schurft (Scabiës), Meningitis

Leerteam 5: Influenza, Ziekte van Lyme, TBC, Q-koorts

 



Slide 30 - Tekstslide

Even oefenen
Antigeen = stof die door het lichaam als lichaamsvreemd wordt geschouwd
Antilichaam / antistof = maakt antigenen onschadelijk
Infectie = het binnendringen in een organisme en zich vermenigvuldigen van micro-organismen
Ontsteking = reactie van weefsel op een schadelijke prikkel
Immuunsysteem = afweersysteem

Slide 31 - Tekstslide

Even oefenen
Antigeen = 
Antilichaam / antistof = 
Infectie = 
Ontsteking = 
Immuunsysteem = 

Slide 32 - Tekstslide

Vragen?
  • Ziektebeelden uitwerken, deze doorlezen
  • Woorden opzoeken in Quizlet, deze oefenen met de opties kaarten en schrijven.

Slide 33 - Tekstslide