4. - Afsluiting

Vandaag
  1. Kort mindmaps bespreken

  2. Zelfstandig verder met leren, oefenen of evt. vragen stellen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  1. Kort mindmaps bespreken

  2. Zelfstandig verder met leren, oefenen of evt. vragen stellen

Slide 1 - Tekstslide

foto van je mindmap op pagina 35 van spieren

Slide 2 - Open vraag

Het maken van een mindmap
  1.  Begin je mindmap altijd in het midden van een vel papier.
  2. Verwerk verschillende vormen en grootten in je mindmap.
  3.  Bouw de mindmap laag voor laag op, houd het overzichtelijk!
  4. Kies voor steutelwoorden. 
  5. Voorzie je mindmap van
    kleuren, cijfers, tekeningen.
Voorbeeld mindmap Hart 

Slide 3 - Tekstslide

1

Slide 4 - Tekstslide

2

Slide 5 - Tekstslide

3

Slide 6 - Tekstslide

4

Slide 7 - Tekstslide

Welke mindmap vond jij de beste, waarom?

Slide 8 - Open vraag

Waarom zit er 'lijm' in onze botten?
A
Buigzaamheid
B
Stevigheid
C
Voor als je botten breken
D
Weet ik niet

Slide 9 - Quizvraag

waar zit kraakbeen?
A
tussen alle botten
B
tussen alle gewrichten
C
puntje v.d. neus, oren, en tussen alle botten
D
puntje v.d. neus, oren en tussen alle gewrichten

Slide 10 - Quizvraag

Onze botten zijn verbonden met elkaar door..
A
Kraakbeen
B
Gewrichten
C
Zowel kraakbeen als gewrichten
D
Alles is onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 12 - Sleepvraag

Kraakbeen
Naadverbinding
Gewricht
Vergroeid
5. tussen de wervels
10. tussen de botten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 13 - Sleepvraag

Bij welk type beenverbinding is geen beweging mogelijk?
A
Gewricht
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid

Slide 14 - Quizvraag

Waardoor kunnen botten in een gewricht gemakkelijk langs elkaar bewegen?
A
Door de beenverbindingen
B
Door gewrichtsbanden
C
Door kraakbeen
D
Door gewrichtssmeer

Slide 15 - Quizvraag

Naadverbinding
Wat is waar?
A
1) botverbinding waardoor er geen beweging mogelijk is 2) bijv. bij de elleboog
B
1) beenverbinding waardoor er geen beweging mogelijk is 2) bijv. het kniegewricht
C
1) kraakbeenverbinding waardoor er veel beweging mogelijk is 2) bijv. bij de schedelbeenderen
D
1) beenverbinding waardoor er geen beweging mogelijk is 2) bijv. bij de schedelbeenderen

Slide 16 - Quizvraag

Straks
  1. Alle programma's op je laptop afsluiten 
  2. Link van de les (in Magister) gebruiken om met mobiel in Teams-vergadering te gaan

  3. Test-Correct app openen,
    oefentoets maken
  4. Klaar? Oefenen, leren of vragen stellen   

Slide 17 - Tekstslide