Het chemisch evenwicht de grote quiz
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke uitspraak geldt NIET voor een toestand van chemisch evenwicht?
A
De reactiesnelheid van de heengaande reactie is gelijk aan de reactiesnelheid van de teruggaande reactie.
B
De concentratie van de reagentia is gelijk aan de concentratie van de reactieproducten.
C
De concentraties van de reagentia en reactieproducten veranderen niet meer.
D
Er zijn aantoonbare concentraties van reagentia en reactieproducten aanwezig.
Slide 2 - Quizvraag
In een gesloten recipiënt van 1 liter brengt men 0,5 mol N2 en 0,8 mol H2 .Hierna stelt er zich een
evenwicht in volgens de vergelijking:
N2 (g) + 3 H2 (g) <--> 2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan ammoniak bedraagt 0,2 mol/L. Wat is de evenwichtsconcentratie aan
H2?
evenwicht in volgens de vergelijking:
N2 (g) + 3 H2 (g) <--> 2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan ammoniak bedraagt 0,2 mol/L. Wat is de evenwichtsconcentratie aan
H2?
A
0,4 mol/l
B
0,5 mol/l
C
0,6 mol/l
D
De evenwichtsconstante voor de reactie bij de beschouwde temperatuur moet gekend zijn
Slide 3 - Quizvraag
In een gesloten recipiënt van 2 liter brengt men 0,5 mol N2 en 0,8 mol H2 .Hierna stelt er zich een
evenwicht in volgens de vergelijking:
N2 (g) + 3 H2 (g) <--> 2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan H2 bedraagt 0,1 mol/L. Wat is de evenwichtsconcentratie aan
NH3?
evenwicht in volgens de vergelijking:
N2 (g) + 3 H2 (g) <--> 2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan H2 bedraagt 0,1 mol/L. Wat is de evenwichtsconcentratie aan
NH3?
A
0,2 mol/l
B
0,3 mol/l
C
0,4 mol/l
D
De evenwichtsconstante voor de reactie bij de beschouwde temperatuur moet gekend zijn
Slide 4 - Quizvraag
In een gesloten recipiënt van 2 liter brengt men 0,5 mol N2 en 0,8 mol H2 .Hierna stelt er zich een
evenwicht in volgens de vergelijking:
N2 (g) + 3 H2 (g) <--> 2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan H2 bedraagt 0,1 mol/L. Wat is de evenwichtsconcentratie aan
NH3?
evenwicht in volgens de vergelijking:
N2 (g) + 3 H2 (g) <--> 2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan H2 bedraagt 0,1 mol/L. Wat is de evenwichtsconcentratie aan
NH3?
A
0,2 mol/l
B
0,3 mol/l
C
0,4 mol/l
D
De evenwichtsconstante voor de reactie bij de beschouwde temperatuur moet gekend zijn
Slide 5 - Quizvraag
Het gas NOCl ontbindt bij een hoge temperatuur gedeeltelijk in de gassen NO en Cl2 . Indien men
uitgaat van een initiële hoeveelheid NOCl(g) van 4,0 mol in een reactievat van 5,0 liter, en men houdt
bij evenwicht 2,5 mol NOCl over, dan is de concentratie van het gas Cl2 :
uitgaat van een initiële hoeveelheid NOCl(g) van 4,0 mol in een reactievat van 5,0 liter, en men houdt
bij evenwicht 2,5 mol NOCl over, dan is de concentratie van het gas Cl2 :
A
0,75 mol/l
B
0,50 mol/l
C
0,30 mol/l
D
0,15 mol/l
Slide 6 - Quizvraag
Bij de volgende omkeerbare reactie: A(aq) + B(aq) 2 C (aq) + D(aq)
meng je 1 mol A met 2 mol B.
Na instelling van het evenwicht bij een bepaalde temperatuur vind je als evenwichtsconstante 4.
Over de evenwichtsconcentraties kan je met zekerheid zeggen dat:
meng je 1 mol A met 2 mol B.
Na instelling van het evenwicht bij een bepaalde temperatuur vind je als evenwichtsconstante 4.
Over de evenwichtsconcentraties kan je met zekerheid zeggen dat:
A
[C] = 2 [D]
B
[A] = [B]
C
2[C] [D] = [A] [B]
D
4[C]2[D] = [A] [B]
Slide 7 - Quizvraag
Gegeven het volgende chemisch evenwicht tussen gassen:
4 A + 2 B C + 3 D + 5 E
Vertrekkend van 10,0 mol A, 10,0 mol B en 2,0 mol C blijft in de evenwichtstoestand 8,0 mol A over.
Van de andere componenten zijn dan aanwezig:
4 A + 2 B C + 3 D + 5 E
Vertrekkend van 10,0 mol A, 10,0 mol B en 2,0 mol C blijft in de evenwichtstoestand 8,0 mol A over.
Van de andere componenten zijn dan aanwezig:
A
8,0 mol B
B
0,5 mol C
C
1,5 mol D
D
5,0 mol E
Slide 8 - Quizvraag
Gegeven is de volgende evenwichtsreactie tussen drie reagentia:
2 X <--> 3 Y + Z
De evenwichtsconstante bedraagt 0,16.
In 1 liter oplossing zit bij evenwicht 0,1 mol X en 0,1 mol Y.
Hoeveel bedraagt de concentratie aan Z bij chemisch evenwicht?
2 X <--> 3 Y + Z
De evenwichtsconstante bedraagt 0,16.
In 1 liter oplossing zit bij evenwicht 0,1 mol X en 0,1 mol Y.
Hoeveel bedraagt de concentratie aan Z bij chemisch evenwicht?
A
0,016 mol/l
B
0,16 mol/l
C
0,4 mol/l
D
1,6 mol/l
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het
rendement
van deze reactie-
tabel?
rendement
van deze reactie-
tabel?
2A+
3B
<-->
2C+
D
1,2
1,6
0,4
A
25%
B
67%
C
75%
D
50%
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Evenwichtsreactie: 2CO(g) + O2(g)⥭2CO2(g) + x.kJ
invloed: CO verhoging
De reactie zal verschuiven naar:
invloed: CO verhoging
De reactie zal verschuiven naar:
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 12 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: 2CO(g) + O2(g)⥭2CO2(g) + x.kJ
invloed: CO2 verhoging
De reactie zal verschuiven naar:
invloed: CO2 verhoging
De reactie zal verschuiven naar:
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 13 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: 2CO(g) + O2(g)⥭2CO2(g) + x.kJ
invloed: O2 verlaging
De reactie zal verschuiven naar:
invloed: O2 verlaging
De reactie zal verschuiven naar:
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 14 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: 2CO(g) + O2(g)⥭2CO2(g) + x.kJ
invloed: temperatuursverlaging
De reactie zal verschuiven naar:
invloed: temperatuursverlaging
De reactie zal verschuiven naar:
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 15 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: 2CO(g) + O2(g)⥭2CO2(g) + x.kJ
invloed: drukverhoging door samenpersen bij constante temperatuur
De reactie zal verschuiven naar:
invloed: drukverhoging door samenpersen bij constante temperatuur
De reactie zal verschuiven naar:
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 16 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: 2CO(g) + O2(g)⥭2CO2(g) + x.kJ
invloed: toevoegen van een inert gas
De reactie zal verschuiven naar:
invloed: toevoegen van een inert gas
De reactie zal verschuiven naar:
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 17 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: 2CO(g) + O2(g)⥭2CO2(g) + x.kJ
invloed: toevoegen van een katalysator
De reactie zal verschuiven naar:
invloed: toevoegen van een katalysator
De reactie zal verschuiven naar:
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 18 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: PCl3(g) + Cl2(g)⥭PCl5(g) + 10 kJ
Invloed: PCl5 wordt verwijderd
De reactie zal verschuiven naar ...
Invloed: PCl5 wordt verwijderd
De reactie zal verschuiven naar ...
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 19 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: PCl3(g) + Cl2(g)⥭PCl5(g) + 10 kJ
Invloed: het volume neemt toe
De reactie zal verschuiven naar ...
Invloed: het volume neemt toe
De reactie zal verschuiven naar ...
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 20 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: PCl3(g) + Cl2(g)⥭PCl5(g) + 10 kJ
Invloed: temperatuur wordt verhoogd
De reactie zal verschuiven naar ...
Invloed: temperatuur wordt verhoogd
De reactie zal verschuiven naar ...
A
links
B
rechts
C
geen verandering
Slide 21 - Quizvraag
Evenwichtsreactie: PCl3(g) + Cl2(g)⥭PCl5(g) + 10 kJ
Invloed: PCl3 aan het gasmengsel
De reactie zal verschuiven naar ...
Invloed: PCl3 aan het gasmengsel
De reactie zal verschuiven naar ...
A
links
B
rechts
C
geen verandering
