Spelregels van het debat.
- Maak twee teams: team A is het eens met de stelling, team B is het oneens met de stelling. Laat de teams bij elkaar zitten elk aan een kant van de klas.
- Bereid met je team het debat voor: zet argumenten op papier die jullie straks kunnen gebruiken.
- In het debat is er een debatleider. Hij of zij geeft steeds het woord aan een spreker.
- Praat alleen als je het woord hebt gekregen!
- Als je aan het woord bent, leg je met een argument uit waarom je het met de stelling eens of oneens bent.
- Leg met voorbeelden uit waarom je iets vindt
Durf ook toe te geven
- Val nooit iemand persoonlijk aan, maar altijd zijn boodschap
- Leg je neer bij de beslissing van de debatleider
- In elke ronde komt één stelling aan bod.
- Elke ronde duurt maximaal 7 minuten.
- De debatleider kiest in elke ronde het winnende team, met de beste argumenten.
Let op: het gaat niet om gelijk krijgen.