Hoofdstuk 2 les 2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:

  • Herhaling vorige week.
  • Huiswerk bespreken.
  • Leerdoelen paragraaf 2.1 deel 2.
  • Instructie paragraaf 2.1 deel 2.
  • Aan de slag met 2.1  deel 2
  • Start 2.2
  • Evaluatie leerdoelen.
  • Afsluiting.

Slide 2 - Tekstslide

Waar hebben we het vorige week over gehad?

Slide 3 - Tekstslide

Welke spaarmotieven zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is rente? Wie weet een ander woord voor rente?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe verdienen banken geld?

Slide 6 - Tekstslide

Welke spaarvormen hebben we behandeld?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf in je agenda:
2 februari 1-toets hoofdstuk 2, paragraaf 1 en 2

23 februari 2-toets hoofdstuk 2 , paragraaf 1 t/m 4

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen:

  • Je kunt rekenen met samengestelde rente.
  • Je weet wat beleggen is.
  • Je kunt voorbeelden van beleggingen noemen.
  • Je weet wat lenen is en je kent de leenmotieven.

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde rente
Rente op rente

Stel je hebt € 5.000. Je krijgt 5% rente. 

Hoeveel geld heb je in totaal na 3 jaar?
Hoeveel rente heb je in die drie jaar gekregen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Beleggen is het handelen in aandelen, obligaties of andere waardepapieren.

Slide 13 - Tekstslide

Aandeel 

Obligatie
Je wordt voor een deel eigenaar van een bedrijf. 
Je leent je geld uit aan de overheid of een bedrijf in ruil voor rente.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Ga de komende 15 minuten aan het werk met de opgaven van 2.1

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bereken de enkelvoudige rente:
Spaargeld € 45, 2% rente. Bereken de rente na 2 jaar.

Slide 20 - Tekstslide

Bereken de samengestelde rente:

Spaargeld € 200,  2,% rente. Bereken de rente na 8 jaar.

Slide 21 - Tekstslide

Waarom lenen mensen?

Slide 22 - Tekstslide

Leenmotieven:
  • Je moet een tijdelijk geldtekort opvangen.
  • Je wilt een duurzaam consumptiegoed nu kopen en je hebt niet genoeg geld.
  • Je hebt onverwacht dringend geld nodig en niets achter de hand.
  • Je wilt een huis kopen.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende week.
Paragraaf 2.1 af en 2.2 tot en met opgave 21. 
Ga hier nu mee verder.

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:
  • Je kunt rekenen met samengestelde rente.
  • Je weet wat beleggen is.
  • Je kunt voorbeelden van beleggingen noemen.
  • Je weet wat lenen is en je kunt de leenmotieven benoemen.

Slide 25 - Tekstslide