Ironie, cynisme, sarcasme (TNA)

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3 vormen van spot, 
deze verschillen in karakter en in sterkte:

ironie
cynisme
sarcasme

Slide 2 - Tekstslide

Ironie
De schrijver zegt iets op een grappige of een wat spottende manier, waardoor de lezer weet dat het niet serieus bedoeld is. Vaak zegt hij dan het tegenovergestelde van wat hij eigenlijk bedoelt. 
– "Geweldig hoor, die drie voor je toets!"
– "Fijn, al die moddersporen op de schone vloer!"

Zelf gebruik je vast ook weleens ironie. Als je wilt dat de ander weet dat je het niet serieus bedoelt, zet je er vaak een emoticon achter.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Sarcasme
Sarcasme is een stijlfiguur dat heel dicht bij ironie ligt.
Er is een verschil tussen sarcasme en ironie. Sarcasme is harde, bijtende spot, bedoeld om te kwetsen en ironie is milde spot.

Slide 5 - Tekstslide

Sarcasme
Harde, bijtende spot die veel verder gaat dan ironie.

Slide 6 - Tekstslide

Verschil ironie en sarcasme

Ironie: pijnlijke humor, die niet kwetsend bedoeld is.

Sarcasme: pijnlijke humor, die juist wél kwetsend bedoeld is!


Geen duidelijke grens te trekken tussen ironie en sarcasme.
Ook is dit vaak persoonlijk, maar het gaat om
de bedoeling van de spreker!

Slide 7 - Tekstslide

Cynisme
Wrede, bittere spot; zwartgallig
– "Ach, een hond is tenminste goedkoper dan een kind."

Cynisme komt vaak voort uit een (pijnlijk...) ongeloof in het goede van de mens, of uit een gevoel van machteloosheid vermengd met woede.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Goh, de vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam.
A
cynisme
B
sarcasme
C
ironie
D
Serieus

Slide 10 - Quizvraag

Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld
A
Ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 11 - Quizvraag

"Natuurlijk mag je tijdens de uitleg naar de wc!", zegt de docent met een glimlach.
A
sarcasme
B
cynisme
C
ironie
D
serieus

Slide 12 - Quizvraag

"Wat een geweldige jongens, om iemand die al op de grond ligt dood te trappen en te slaan."
A
ironisch
B
sarcastisch
C
cynisch

Slide 13 - Quizvraag

"Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld."
A
ironisch
B
sarcastisch
C
cynisch

Slide 14 - Quizvraag

Dochter vraagt vader om geld. "Jij denkt dat het geld hier aan de bomen groeit?"
A
ironisch
B
sarcastisch
C
cynisch

Slide 15 - Quizvraag

Hyperbool
  •  schrijver gebruikt bepaalde woorden, zodat ze versterkt of   verzwakt worden.
  •  bij een hyperbool-> de werkelijkheid wordt overdreven
  •  hyperbool heeft humoristisch effect
  •  hyperbolen zijn vaak uitdrukkingen

Slide 16 - Tekstslide

Stijlfiguren: hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Je zegt: 'Hij barst van het geld';

je bedoelt: 'Hij is rijk'.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de hyperbolen?
  1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
  2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
  3. Ik sterf onderhand van de dorst.
  4. Peter stikte van de lach.
  5. Frits wordt gek van de jeuk.
  6. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.

Slide 18 - Tekstslide

Understatement
- Met een understatement zwak je de mededeling af.
- Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in
   werkelijkheid.

Slide 19 - Tekstslide

Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking-> niet spottend bedoeld is
  • voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt
  • bepaalde zaken fraaier over laten komen
  • DUS: op een verzachtende manier of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is





Slide 20 - Tekstslide

voorbeelden eufemisme
  • Na een lange lijdensweg ging hij heen. 
  • Volgens mij is er aan jou een steekje los! 
  • De examinator heeft onzorgvuldig gehandeld. 
  • Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
  • Zij werkt daar als interieurverzorgster.
  • 'Hoe is het met uw stoelgang?', informeerde de dokter.
  • De dierenarts heeft de hond laten inslapen. 
  • De directie wil het personeelsbestand afslanken. 

Slide 21 - Tekstslide

Litotes

Een bijzondere vorm van een understatement is de litotes. Daarmee ontken je het tegenovergestelde.


Voorbeeld:  Ze zijn niet onbemiddeld.


Je bedoelt: Ze zijn rijk.


Slide 22 - Tekstslide

Litotes
- Er wordt een mededeling gedaan door het tegenovergestelde
   te ontkennen.
- De litotes lijkt op een understatement.
- Het is een stijlfiguur waarbij je schijnbaar iets ontkent of
   verkleint met het doel datgene wat je bedoelt des te meer uit
   te laten komen. 

Slide 23 - Tekstslide